- Verwijswoorden staan op de plaats van andere woorden. Soms verwijzen ze naar:
- een zelfstandig naamwoord
- een woordgroep
- complete zin(nen) of een deel van een zin.
Meestal slaan verwijswoorden terug op eerder genoemde woorden. Soms echter wijzen ze vooruit.
- Door het gebruik van verwijswoorden worden teksten minder saai.
- Het woord of de woordgroep waarop zo’n verwijswoord terugslaat kun je meestal gemakkelijk vinden als je er een vraag bij bedenkt. Bij ‘Het’ (r. 2) zou dat zo kunnen: Wat vat vlam? --> een briefje van tien euro.