H4: bijwoord en bezit vnw (2)

Bijwoord
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bijwoord

Slide 1 - Slide

Wat is het bijwoord van: lent?

Slide 2 - Open question

Wat is het bijwoord van 'vrai'?

Slide 3 - Open question

Wat is het bijwoord van 'heureux'?

Slide 4 - Open question

Wat is het bijwoord van 'doux'?

Slide 5 - Open question

Wat is het bijwoord van 'bon'?

Slide 6 - Open question

Wat is het bijwoord van 'mauvais'?

Slide 7 - Open question

Bezit. vnw.

Slide 8 - Slide

Qui sont ____ parents? (jouw)

Slide 9 - Open question

___ mère s'appelle Jacqueline. (mijn)

Slide 10 - Open question

Quelle est ___ voiture? (uw)

Slide 11 - Open question

__ chanson (f) préférée de Stromae c'est 'Formidable'. (zijn)

Slide 12 - Open question

___ enfants sont grands. (hun)

Slide 13 - Open question

Quelle est ___ adresse (f)? (jouw)

Slide 14 - Open question

___ maison (f) est en briques. (ons)

Slide 15 - Open question

C'est le stylo de Marianne. C'est ____ stylo.

Slide 16 - Open question