What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Lezen intensief indeling samenhang delen samenvatten persvorm voltdeelw
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Agenda
Indeling periode 2
Intensief lezen
De indeling van een tekst
Samenhang binnen een tekst
Omgaan met lastige tekstdelen
Een tekst samenvatten
Persoonsvorm en voltooid deelwoord
Slide 2 - Slide
Indeling periode 2
Les 1: Lezen
Les 2: Luisteren
Les 3: Taalverzorging
Les 4: Schrijven
Les 5: Spreken
Les 6: Gesprekken voeren
Elke les: Grammatica
Slide 3 - Slide
Intensief lezen
Eerst: globaal lezen.
Dan: lees de tekst nauwkeurig en let op details.
Hoe zat het ook alweer?
1. Lees de tekst verkennend.
2. Bedenk wat je al weet over het onderwerp.
3. Lees de inleiding en de 1e en laatste zin van elke alinea.
4. Bedenk op welke vragen je in de tekst antwoord krijgt.
5. Lees de tekst helemaal door, zonder op details te letten.
6. Bedenk waar de tekst in grote lijnen over gaat.
Slide 4 - Slide
Indeling van de tekst
Let op de indeling bij intensief lezen.
Waarom: makkelijker als je onderdelen herkent.
Welke onderdelen?
- inleiding;
- kern;
- slot.
Voorbeeld: pagina 128
- Onderwerp aankondigen.
- Lezer nieuwsgierig maken naar tekst.
- Aanwijzigen over wat in de tekst wordt besproken.
- Onderwerp stap voor stap uitgewerkt.
- Indeling in alinea's met elk eigen deelonderwerp.
- Soms: tussenkopjes.
- Schrijver sluit tekst af.
- Samenvatting, conclusie, of lezer aansporen iets te doen.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld indeling tekst
Voorbeeld: pagina 128
Slide 6 - Slide
Vragen?
Slide 7 - Open question
Samenhang
Zinnen en alinea's horen bij elkaar.
Hoe zie je dat?
Signaalwoorden
Signaalzinnen
- Maken duidelijk wat tekstdelen met elkaar te maken hebben.
- Verwijzen naar iets wat eerder in de tekst is genoemd.
- Geven aanwijzingen wat er in een tekstdeel wordt besproken.
- Vaak in de inleiding of als 1e zin van een alinea.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Oefenen met samenhang
Maak opdracht 5
(pagina 135)
Je kunt het scheurblad op pagina 363 gebruiken.
timer
5:00
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Drag question
Omgaan met lastige tekstdelen
Je begrijpt de tekst niet: Geconcentreerd lezen.
Onbekende woorden en uitdrukkingen.
- Moet je ze weten? Soms niet!
Wanneer:
Als je de tekst niet goed begrijpt.
Hoe:
- Herlees de tekst (vanaf een punt waarop je de tekst nog begrijpt).
- Lees vooruit (sla een stukje over).
- Lees langzamer.
- Laat je niet afleiden! (Telefoon even weg.)
Slide 12 - Slide
Wat betekent een woord?
Lees een stuk terug.
Bekijk afbeeldingen bij de tekst.
Bekijk het woord zelf.
Zoek de betekenis op.
Vraag de betekenis aan iemand.
Herken je misschien een deel van het woord?
Slide 13 - Slide
De betekenis van woorden
Maak opdracht 11, onderdeel a
(pagina 145)
timer
5:00
Slide 14 - Slide
Wat betekent "niet voorradig"?
Slide 15 - Open question
Wat betekent "in gebreke is gebleven"?
Slide 16 - Open question
Vragen?
Slide 17 - Mind map
Samenvatten
Kort opschrijven wat er in een tekst staat.
Hoe?
- Markeer de sleutelwoorden: zeggen iets belangrijks over de
tekst.
* Zelfstandige naamwoorden
* Werkwoorden
Zelfstandige naamwoorden zijn:
- Namen van mensen, planten, dieren en dingen.
Heel vaak kun je er 'de', 'het' of 'een' voor zetten.
Slide 18 - Slide
Stappenplan samenvatten
Slide 19 - Slide
Hoofdgedachte
Belangrijkste dat er over het onderwerp wordt gezegd.
Kortst mogelijke antwoord op de vraag:
"Waar gaat de tekst precies over?"
Zet de hoofdgedachte in 1 of een paar zinnen.
Slide 20 - Slide
Vragen?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
timer
1:00
Persoonsvorm
Slide 23 - Mind map
Persoonsvorm & voltooid deelwoord
Allebei werkwoorden
Persoonsvorm = wat doet iemand?
Bijv.: Hij
fietst
naar huis. Pv = fietst. Wat doet hij? > fietsen.
Voltooid deelwoord = woord dat aangeeft dat iets is gebeurd.
Bijv. Hij heeft
gefietst
. Wat heeft hij gedaan? > gefietst.
Slide 24 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 25 - Slide
Hoe herken je een voltooid deelwoord?
Slide 26 - Slide
Vragen?
Slide 27 - Open question
Huiswerk (voor 23-11)
Leerwerkboek deel A:
Hoofdstuk 1, opdracht 12 (a, b, c, g & i).
Starttaal Online (2F):
Lezen > opbouwopdrachten > samenhang > husseltaak.
Lezen > opbouwopdrachten > samenhang > gatentekst.
Lezen > opbouwopdrachten > onbekende woorden en beeldspraak.
Lezen > opbouwopdrachten > intensief lezen.
Taalverzorging > grammatica > persoonsvorm/voltooid deelwoord.
Slide 28 - Slide
Vragen?
Neem contact op!
Per e-mail (hele week)
(video)bel via MS Teams (donderdag & vrijdag)
Chat via MS Teams (hele week)
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Proefles Intensief lezen, 3F, 4F
October 2018
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
havo, vwo
Leerjaar 3-6
Proefles Intensief lezen, 3F, 4F
July 2018
- Lesson with
13 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
MBO
havo, vwo
Leerjaar 3-6
SCORE Nederlands vo/mbo
2V1 Les 8 wk 2 Lezen en Studiemeter
January 2021
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 4 Opbouw en indeling 1.4
October 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 7 - belangrijke informatie en intensief luisteren
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 3 - 1D- tekstindeling/samenhang en verkennend/globaal lezen
March 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 3 - tekstindeling/samenhang en verkennend/globaal lezen
February 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Starttaal 2F thema 2 hoofdstuk 1.1 intensief lezen
November 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1