chapt.2- tu viens chez moi?-7-feb-def-3H-les2

Bonjour chèrs élèves!
Bonjour
et 
bienvenue!!
Mrdi 31 janvier 2023
1 / 47
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour chèrs élèves!
Bonjour
et 
bienvenue!!
Mrdi 31 janvier 2023

Slide 1 - Slide

Bij ons in de les
  • Jassen uit, petten af.
  • telefoons in de telefoontas.
  • Je zit op je vaste plek.
  • eten en drinken in de pauzes.
  • Spullen liggen klaar, tas op grond.
  • stil tijdens de instructie, fluisteren bij zelfstandig werken.
  • steek je vinger op als je een vraag hebt.

Slide 2 - Slide

Instructie
Absentie
lesprogramma              
Lesdoelen
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Le programme 
1. HW overhoren: vocabulaire & phrases-clés A 
2. Grammaire D: het bijvoeglijk naamwoord
3. Les evaluatie
4. Devoirs


Slide 4 - Slide

Chapitre 2 - Tu viens chez moi ?
Aan het eind van deze les:
            kun je iemand beschrijven.
              ken je de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 5 - Slide

Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 6 - Slide

1. vocabulaire & phrases-clés A
Welke woordjes en zinnen ken je nog? 
Quiz in LessonUp.
Individueel-  5 min


timer
5:00

Slide 7 - Slide

Vertaal van F-N
Tu as des frères et des soeurs?

Slide 8 - Open question

Vertaal van F-N
- l'anniversaire

Slide 9 - Open question

Vertaal F-N
la fille unique/le fils unique

Slide 10 - Open question

Vertaal van F-N
casse-pied

Slide 11 - Open question

Vertaal van F-N
les parents sont mon père et ma mère

Slide 12 - Open question

Vertaal van F-N
rigoler

Slide 13 - Open question

Vertaal het in het Nederlands:

Oui, j'ai une petite soeur. Elle s'appelle ....

Slide 14 - Open question

Vertaal het in het Nederlands:

Qu'est-que tu aimes faire?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Wat weet je al over het bijvoeglijk naamwoord in het 
In twee tallen 1 min
1. Nederlands? geef een voorbeeld.
2. Wat is de functie van het bijv. bnaamw.?
3. op welke plaats staat in de zin?
timer
0:30

Slide 17 - Slide

???
Raad waar wij het over gaan hebben?

Mijn grote broer.  Mon grand frère.

De zwarte kat.  le chat noir.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Au travail
Pak je laptop en log in LessonUp!

Slide 29 - Slide

Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands

Slide 30 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les voitures sont...
= de auto's zijn groen
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts

Slide 31 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (frans)
A
francais
B
francaise
C
francaiss
D
francaises

Slide 32 - Quiz

Kies de juiste vorm:
L'actrice est (mooi)
A
beaux
B
belles
C
belle
D
beau

Slide 33 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Les sacs sont (nieuw)
A
nouveau
B
nouvelles
C
nouvelle
D
nouveaux

Slide 34 - Quiz

Kies de juiste vorm:
Mon grand-père est (oud)
A
vieux
B
vieille
C
vieilles
D
vieu

Slide 35 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoorden
Au travail Grandes Lignes online/ wb p. 70 -71
Chapitre 2   Tu viens chez moi?  D -grammaire 

Wat? ex. 16 c + e, 17 c (wb, p.71, 72)  
Hoe?  eerst indiv. 5 min, daarna controleer antwoorden in tweetallen
Eerder klaar? ex. 16 d, wb, p. 71

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

4. Les evaluatie
Wat heb je vandaag geleerd in deze les?

Beantwoord de onderstaande vragen.
timer
1:00

Slide 39 - Slide

Wat vonden jullie van deze manier van lesgeven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Grammatica leren hoe doe je dat?
quizlet
opschrijven
hardop uitspreken
kaartjes maken
jezelf overhoren
Slim stampen

Slide 41 - Poll

Was mijn uitleg duidelijk voor jou?
0100

Slide 42 - Poll

les devoirs
Voorbereiding op de spreektoets: Jezelf en je familie voorstellen
Bereid een een presentatie over je jezelf en je familie m.b.v. phrases-clés C, H2 online. Bekijk ook de onderstaande filmpjes en de zinnen die erbij horen.
Beantwoord de volgende vragen:
Hoe heet je?  Hoe oud ben je, waar woon je? Heb je broers/zussen. Hoe heet je broer/zus? Hoe oud is hij/zij. Zijn ze aardig?
Heb je een huisdier, wat voor huisdier en hoe heet hij/zij?

Slide 43 - Slide

Je me présente...
  • Lied over voorstellen in het Frans bekijke

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Link

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide