§4.4 Het oude regime

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

§4.4 Het oude regime

WAT GAAN WE DOEN?

- Voorkennis     (5 min)

        - Leerdoelen      (5 min)       

                 - Uitleg        (30 min)       

Poster opdracht 

Hoe werden de ideeën van de Verlichtings-filosofen verspreid?

Leg je antwoord uit én gebruik in je antwoord een beeldelement van de bron.

Bron - Gezelschap in een ‚salon‘.

Leerdoel

Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?

Frankrijk in de 18e eeuw...

Edelen in Parijs van Versailles 

Frankrijk in de 18e eeuw...

3e stand

Ancien Régime

Tijdens het Ancien Régime had de koning absolute macht, gebaseerd op goddelijk gezag. 

De ongelijkheid  tussen standen leidde tot onvrede.

Franse standensamenleving (!)

1e stand: Geestelijkheid, rijk en invloedrijk, bezat veel land en 

                    betaalde geen belasting.

2e stand: Adel, bezat land en had macht in het leger en bestuur, ook vrijgesteld van belastingen.

3e stand: Burgerij (95% v/d bevolking), rijke burgers tot arme 

               boeren, betaalde belastingen + weinig rechten.

Wat bepaalde in welke stand je zat?

Alle klachten worden verzameld

De 3e stand werd boos.

Mislukte oogsten en belastingen veroorzaakten onvrede, wat leidde tot de Staten-Generaal van 1789...

Laat hen cake eten.🎂

Video opdracht

Wat was de oorzaak van de Franse Revolutie?

Gebruik in je antwoord de volgende begrippen:

Verlichting - standen - goddelijk recht - belastingen 

Wat? Begin aan het schetsen van je idee.

Hoe? Tweetallen zijn al bekend. Je mag je leerboek en chromebook gebruiken

Duur? de rest van de les

Poster opdracht

Koppel de begrippen aan de juiste omschrijving.

Begrippen	Omschrijvingen
1. Versailles	a. Lodewijk XIV beperkte de macht van deze hoog geborenen.
2 . Zonnekoning	b. Het paleis van Lodewijk XIV.
3. Adel (edelen)	c. Een bestuursvorm waarbij de koning alle macht heeft.
4. Absolutisme	d. Bijnaam van Lodewijk XIV die zichzelf als het middelpunt van Frankrijk zag.
5. Verlichting	e. Een denkstroming uit de 18e eeuw die het gebruik van het eigen verstand centraal stelde.
6. Trias politica	f. Politiek systeem, bedacht door de filosoof Montesquieu: de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht.