Quiz toetsterm 6.4 en 6.5

Quiz toetsterm 6.4 
Concurrentiestrategie van Porter
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Marketing en salesMBOStudiejaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Quiz toetsterm 6.4 
Concurrentiestrategie van Porter

Slide 1 - Slide

Kostenleiderschap: Hoe kan een bedrijf een kostenvoorsprong behalen?
A
Door agressieve marketing in te zetten
B
Door hoge verkoopprijzen te hanteren
C
Door bedrijfsprocessen en producten te standaardiseren
D
Door complexe producten te ontwikkelen

Slide 2 - Quiz

Wat is het doel van de strategie kostenleiderschap?
A
Structureel kostenvoordeel behalen en behouden
B
Concurrenten uit de markt drukken
C
Maximale winst behalen
D
Unieke producten aanbieden

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van de differentiatiestrategie?
A
Concurrenten imiteren
B
Klanten weglokken met kortingen
C
Waarde creëren en producten uniek maken
D
Prijsverlagingen doorvoeren

Slide 4 - Quiz

Waartoe kan differentiatie leiden voor een organisatie?
A
Minder unieke eigenschappen
B
Lagere winstmarges
C
Onderscheidend imago en trouwe klanten
D
Minder klantloyaliteit

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van de focusstrategie?
A
Het concurreren in de totale markt.
B
Het aanbieden van producten aan een grote groep afnemers.
C
Het toepassen van zowel kostenleiderschap als differentiatie.
D
Het concurreren in één specifiek segment van de markt.

Slide 6 - Quiz

Wat wordt bedoeld met differentiatiefocus binnen de focusstrategie?
A
Het richten op een specifiek deel van de markt.
B
Het aanbieden van producten die voldoen aan de wensen van een kleine groep afnemers.
C
Het concurreren in verschillende segmenten van de markt.
D
Het toepassen van een lage kostenstrategie.

Slide 7 - Quiz

Quiz toetsterm 6.5 
Segmentatie strategieën 

Slide 8 - Slide

Wat is marktfragmentatie?
A
Een situatie waarbij de markt geheel uniform is.
B
Een situatie waarbij er geen marktsegmenten zijn.
C
Een situatie waarbij markten worden samengevoegd.
D
Een situatie waarbij het niet of nauwelijks mogelijk is voldoende grote en homogene marktsegmenten te onderscheiden.

Slide 9 - Quiz

Wat is het kenmerk van ongedifferentieerde marketing?
A
Het richten op een specifiek marktsegment met een specifieke marketingmix.
B
Het beperken van de marketinginspanningen tot een klein deel van de markt.
C
Het gebruik van verschillende marketingmixen voor verschillende marktsegmenten.
D
Het gebruik van één marketingmix voor de gehele markt.

Slide 10 - Quiz

Wat is een voordeel van ongedifferentieerde marketing?
A
Flexibiliteit om snel te reageren op veranderingen in de marktvraag.
B
Een nauwkeurige afstemming op de behoeften van specifieke marktsegmenten.
C
Een hogere winstgevendheid door premium prijsstelling voor exclusieve producten.
D
Mogelijkheid tot massafabricage voor een massamarkt.

Slide 11 - Quiz

Wat is kenmerkend voor geconcentreerde marketing?
A
De onderneming richt zich op meerdere marktsegmenten en producten
B
De onderneming richt zich alleen op grote organisaties
C
De onderneming heeft geen specifieke focus in de marketing
D
De onderneming kiest voor één marktsegment en één type product

Slide 12 - Quiz

Wat is contrasegmentatie in marketing?
A
Het samenvoegen van 2 of meer marksegmenten
B
Het identificeren van zeer kleine segmenten
C
Het verhogen van consumenteneisen in een economische crisis
D
Het verdelen van de markt in nog meer segmenten

Slide 13 - Quiz

Waarom wordt contrasegmentatie toegepast tijdens een economische crisis?
A
Om de eisen van consumenten te verhogen
B
Om hypersegmentatie te bereiken voor levensmiddelen
C
Consumenten letten meer op het prijsvoordeel
D
Om de markt in nog meer segmenten te verdelen

Slide 14 - Quiz