Wat heeft een enzym altijd nodig om een product te maken?
A
co-enzym
B
eiwit
C
fotosynthese
D
substraat
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat
Slide 12 - Quiz
De maximumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
geen van genoemde antwoorden
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Voedselbederf
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel, en produceren gifstoffen
Voedselvergiftiging: afweerreactie van je lichaam bij het eten van voedsel met giftige stoffen
Slide 15 - Slide
Bacteriën
bestaan uit: één cel
planten zich voort door: celdeling
Slide 16 - Slide
Schimmels
bestaan uit: dunne draden
planten zich voort door: sporen
Slide 17 - Slide
Voedsel conserveren
Conserveren = behandelen zodat het minder snel bederft. Door de organismen die bederf veroorzaken te doden of te voorkomen dat ze kunnen voortplanten/groeien.
Net als mensen en dieren hebben bacteriën en schimmels nodig:
Een goedetemperatuur om voort te planten
Voldoende zuurstof
Voldoendevocht
Slide 18 - Slide
Voedsel conserveren
Verschillende methoden van conserveren:
Invriezen - bacteriën en schimmels niet dood!
Pasteuriseren - verwarmen tot 72 graden, alleen schadelijke bacteriën/schimmels dood
Steriliseren - verwarmen tot 130-140 graden, alle bacteriën/schimmels dood. Door hoge temperatuur iets andere smaak
Vacuüm verpakken - zuurstof uit de verpakking. Bacteriën gaan niet dood, maar kunnen niet voortplanten!
Gasverpakken - andere luchtsamenstelling erin.
Drogen - vocht onttrekken, bacteriën niet dood!
Conserveringsmiddelen toevoegen, zoals suiker, zout, of zuur - leefomstandigheden ongunstig
Doorstralen met radioactieve stoffen - dood alle organismen
Slide 19 - Slide
Additieven
Stoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd om ze langer houdbaar of aantrekkelijker te maken