Vooraf: blijf in LessonUp en doe mee tot het eind! (n.a.v. de les van gisteren)
Blijf in de les (en in LessonUp!), totdat de les echt afgelopen is (dat is vandaag om 13.50 uur pas!). Om 13.40 uur ronden we af. Daarna is de les pas afgelopen en dáárna begint pas de pauze
Aan het begin van de les heb je (als er daarvoor geen pauze is geweest) vijf minuten 'loop'pauze. Die heb je niet aan het eind. De les duurt, na de vijf minuten pauze a.h. begin, echt nog 40 minuten!
Ga je eerder weg / doe je eerder niet meer mee, dan zet ik je op 'absent'; je mist anders belangrijke onderdelen van de les, waardoor je onvoldoende voorbereid bent op de toetsweek (waarin een belangrijke toets plaatsvindt die je voorbereidt op lj 5H
Doe dus de hele les mee!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vooraf: blijf in LessonUp en doe mee tot het eind! (n.a.v. de les van gisteren)
Blijf in de les (en in LessonUp!), totdat de les echt afgelopen is (dat is vandaag om 13.50 uur pas!). Om 13.40 uur ronden we af. Daarna is de les pas afgelopen en dáárna begint pas de pauze
Aan het begin van de les heb je (als er daarvoor geen pauze is geweest) vijf minuten 'loop'pauze. Die heb je niet aan het eind. De les duurt, na de vijf minuten pauze a.h. begin, echt nog 40 minuten!
Ga je eerder weg / doe je eerder niet meer mee, dan zet ik je op 'absent'; je mist anders belangrijke onderdelen van de les, waardoor je onvoldoende voorbereid bent op de toetsweek (waarin een belangrijke toets plaatsvindt die je voorbereidt op lj 5H
Doe dus de hele les mee!
Slide 1 - Slide
4H - Stoomcursus Leesvaardigheid
Les 3 van 12
Slide 2 - Slide
Globale planning per week
Slide 3 - Slide
Lesinhoud
We bespreken de tekst van paragraaf 1 ('Ode aan de scheidsrechter')
We nemen de theorie door van paragraaf 2
Je maakt de opdrachten uit paragraaf 2
Slide 4 - Slide
1 Communiceren doe je samen
Slide 5 - Slide
Vraag 15 t/m 17
15 Scheidsrechter is een beroep waarvoor je bereid moet zijn om te ‘lijden’. Je mag niet opvallen en als je iets verkeerd doet, dan word je publiekelijk terechtgesteld. Er valt weinig eer aan te behalen.
16 Er is sprake van fysieke ruis: vanwege de omstandigheden in een stadion kan de scheidsrechter zijn assistenten niet altijd goed verstaan via de headset.
17 ‘In veel gevallen is dichtbij staan echter juist een nadeel, want je verliest het zicht op de context van een situatie.’ (regels 41-43)
Slide 6 - Slide
Vraag 18 t/m 20
18 Gebaren, houding/positie, oogcontact en mimiek
19 Continue kritiek maakt het lastig voor de scheidsrechter om zijn werk goed uit te voeren. En als de scheidsrechter zijn werk niet goed kan doen, kan een voetbalwedstrijd minder goed gespeeld worden. Daarvan hebben zowel de spelers als de toeschouwers last.
20 De schrijver wil je informeren over hoe scheidsrechter Dennis Higler gedragsregels heeft ingesteld om zo goed mogelijk zijn werk te kunnen doen. Daarmee wil hij je indirect ook overtuigen dat scheidsrechters wel wat meer gewaardeerd mogen worden.
Slide 7 - Slide
2 Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 8 - Slide
Leerdoelen § 2
Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn
Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen
Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen
Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
00:25
Wat is het onderwerp van dit filmpje?
Slide 11 - Mind map
01:56
Wat zijn de deelonderwerpen in dit filmpje?
Slide 12 - Mind map
02:01
Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje?
Slide 13 - Open question
Onderwerp
De basis van elke boodschap is het onderwerp
Het onderwerp kun je vangen in één woordgroep
Je kunt je oriënteren op een onderwerp, zodat je er meer over te weten komt
Slide 14 - Slide
Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat de schrijver vertelt over een onderwerp noem je de hoofdgedachte. Dit is één zin (en nóóit een vraag)
Onderwerp en hoofdgedachte vind je vaak op voorkeurs-plaatsen, zoals in de titel, inleiding en slot. Deelonderwerpen vind je in de alinea's (soms aangegeven met tussenkopjes)
Slide 15 - Slide
Opdracht
Maak nu opdracht 1 t/m 5 bij paragraaf 2 (pagina 34 van je oefenboekje)
Aan het eind van de les controleren we een aantal antwoorden, dus houd je aantekeningen erbij.
Slide 16 - Slide
Vraag 3a Bedenk een mogelijke hoofdgedachte bij het thema 'voetballen op kunstgras'
Slide 17 - Open question
Vraag 4c Wat is de belangrijkste boodschap van de advertentie?
Slide 18 - Open question
Vraag 5 Hoe kun je de hoofdgedachte achterhalen als die niet letterlijk wordt vermeld?
Slide 19 - Open question
Leerdoelen § 2
Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn
Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen
Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen
Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten
Slide 20 - Slide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Poll
Huiswerk
Neem p. 56 en 57 van het theorieboekje door
Volgende les
We lezen samen de tekst op pagina 36 van je oefenboekje en maken de vragen 10 t/m 15