Les 2 en 3 Lever

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Doel
Je kunt uitleggen hoe de bouw van de lever bijdraagt aan de functie van de lever.

je gebruikt hierbij kennis over transport langs de celmembraan én transport via het bloedvatstelsel.

17.1 én 17.2

Slide 2 - Slide

Noem zo veel mogelijk functies van de lever (zonder boek)

Slide 3 - Open question

functies lever
chemische fabriek!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat zou de functie zijn van de leverslagader? En de poortader?

Slide 6 - Open question

Leverlobje
5 = levercel
6 = verzamelader
7 = sinusoïde (samenvoeging bloed uit leverslagader en poortader) (bevat ook Kupffercellen)
8 = galkanaaltje

Slide 7 - Slide

De lever ziet er uit als een spons. Bloed uit de poortader stroomt zo vrij langs de levercellen. Wat is het voordeel tov een ontwerp met haarvaten zoals in andere organen?

Slide 8 - Open question

Samenvatting
Extra bloedvat (poortader) voor aanvoer van sachariden (koolhydraten), aminozuren, vitaminen en mineralen uit de darm.

Let op! Grote vetzuren komen binnen via slagader -> zie vetstofwisseling (volgende les)

Slide 9 - Slide

Doel
Je kent de rol van de lever in de koolhydraatstofwisseling / glucose-homeostase.

Je kunt uitleggen welk verband er is tussen de koolhydraatstofwisseling en die van vetten en eiwitten (BINAS 68E)
17.3.1

Slide 10 - Slide

Voorkennis. Wat is het verband tussen de lever en de glucose-homeostase?

Slide 11 - Open question

mono- / polysacharide (B67)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 14 - Drag question

Is er bij de glucose-homeostase sprake van positieve of negatieve terugkoppeling?
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Beiden

Slide 15 - Quiz

Marathonrenners hebben hun lichaam zo getraind dat ze een hoger glycogeengehalte kunnen opslaan. Ook kunnen ze tijdens de wedstrijd wel wat koolhydraten binnen krijgen. Toch is dit niet voldoende voor een gehele wedstrijd. Hoe komen zij nog meer aan hun glucose?

Slide 16 - Open question

BINAS
68E

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Diabetes mellitus

Zelf geen glucose homeostase hebben

De regeling van glucose werkt niet goed: 
  1. Cellen nemen te weinig glucose uit het bloed op -> moe
  2. De spieren en de lever slaan te weinig glucose op -> bloedglucose te hoog
  3. De nieren halen het teveel aan glucose uit het bloed en de patiënt plast het vervolgens uit (= test ziekenhuis)

Slide 19 - Slide

Er zijn twee soorten diabetes

  • Bij diabetes type 1 zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline. 
  • Bij diabetes type 2 zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.

Slide 20 - Slide

Een diabetes patiënt kan een hypo (te lage bloedsuikerspiegel) of een hyper (te hoge bloedsuikerspiegel krijgen. Bij beiden is vermoeidheid één van de symptomen. Leg dit uit.

Slide 21 - Open question

Zijn diabetes type I en type II te genezen? Zo ja, hoe dan?

Slide 22 - Open question

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Antwoord op de vorige vraag:
A
galblaas
B
leverader
C
leverslagader
D
poortader

Slide 25 - Quiz

Doel
Je kent de rol van de lever bij de vetstofwisseling

je weet hoe vetten uit de darm naar de lever getransporteerd worden en hoe ze uit de lever 

Slide 26 - Slide

vetten
glycerol en vetzuren (triglyceriden)

Slide 27 - Slide

verschil verzadigd en onverzadigde vetzuren

Slide 28 - Slide

vetten
vat in eigen woorden samen hoe vetten verwerkt en getransporteerd worden bij de dunne darm (intestine)

herhaling vertering

Slide 29 - Slide

vetten
  1. vetvertering: glycerol en vetzuren
  2. opname in de darmcel (hoe?)
  3. opbouw tot nieuwe vetten in golgi
  4. combinatie met eiwitten tot chylomicronen
  5. transport chylomicronen via lymfe naar sleutelbeenader
  6. via bloed naar vetcellen/spieren/lever

Slide 30 - Slide

vet in lever
  1. beperkte opslag 
  2. omvormen vetzuren
  3. cholesterol-homeostase

Slide 31 - Slide

te veel cholesterol
te weinig cholesterol?

Slide 32 - Slide

Cholesterol
Stevigheid  Celmembraan

Basis sterioid-hormonen

Basis vitamine D


Slide 33 - Slide

cholesterol
Overschot omgevormd tot galzure zouten en uitgescheiden via de gal.

Tekort wordt aangevuld door synthese uit andere vetten

Slide 34 - Slide

Transport cholesterol
lever combineert cholesterol met eiwitten.

HDL=goed
LDL= verhoogd risico op aderverkalking
High/Low Density Lipoprotein

Slide 35 - Slide

Doel
Je kunt uitleggen wat de rol van de lever is in eiwitstofwisseling

Je kent de algemene bouw van aminozuren en kunt uitleggen hoe aminozuren gekoppeld kunnen worden tot een polypeptide
(13.3 + H1)


Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

functies lever
chemische fabriek!

Slide 40 - Slide

Doel
Je kunt de rol van de lever in de afbraak van rode bloedcellen uitleggen

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

ijzer
ijzer uit rode bloedcellen wordt opgeslagen mbv ferritine-eiwit in lever

te weinig ferritine in bloed: bloedarmoede
te veel: ijzerstapeling


Slide 43 - Slide

ontgifting
Alles is gif, bij de juiste dosering

  • alcohol/cafeïne
  • drugs
  • medicijnen
  • lichaamseigen: NH3, Bilirubine

Sommige stoffen niet afbreekbaar: stapeling

Slide 44 - Slide

Afbraak
snelheid afhankelijk van:
-dosering
-type stof
-erfelijke eigenschappen

Slide 45 - Slide

asian flush
mutant enzym

Slide 46 - Slide

Binas 84A, verklaar dat sommige medicijnen beter niet oraal (pil/drankje) toegediend kunnen worden, maar beter via injectie

Slide 47 - Open question

temperatuurregulatie
als het goed is bekend van vorig hoofdstuk (huid)

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Mijn antwoord op de vorige vraag is:

Slide 50 - Open question

huiswerk
Iedereen: Opdrachten 17.1 -17.4


Lastig? Lees eerst 12.1 en 13.3

Slide 51 - Slide