week 2 (taalverzorging - spelling H4 samenstellingen - werkwoorden)

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 1 - Slide

Mededelingen
Heeft iemand een vraag vooraf?

Slide 2 - Slide



badkamer + deur 
laken + set
horloge + maker
auto + bus


banaan + schil
lam + wol
tand + borstel
moeder + kindje
1. Wat zie je hier? 
2. Wat valt je op als je links met rechts vergelijkt? 

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wanneer je een tussenletter (-s-/-(e)n-) gebruikt in een samenstelling

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Tussenletters in samenstellingen (1)
-s- toevoegen?:
- Als je in een samenstelling een -s- hoort, schrijf je die (meningsverschil)
Samenstellingen waarvan het tweede deel met een s-klank begint. Vervang dan het tweede deel voor een ander woord en kijk of je de -s- bij de vervanging kunt horen.
(bruidssluier: bruidsjapon, lievelingsschrijver: lievelingsdier

Slide 6 - Slide

Tussenletters in samenstellingen (2)
-(e)n- toevoegen?:
- Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een mv op -en heeft (paardenbloem, berenvel)

Geen -(e)n- toevoegen -> kijk in het groene blokje theorie op blz. 124

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 124-125)

Deadline: vandaag om 15:30 uur. Inleveren via het inleverpunt op Its.

Slide 8 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet je wanneer je een tussenletter (-s-/-(e)n-) gebruikt in een samenstelling

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Mededelingen
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Vragen 

Slide 11 - Slide

Mededelingen
Heeft iemand een vraag vooraf?

Huiswerk af?

Slide 12 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je: 
...werkwoordsvormen met -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n)  correct spellen.
...van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken.

Slide 13 - Slide

Werkwoorden met -den, -dden, -ten en -tten
- Klinken in de tt en vt vaak hetzelfde (vergoeden, vergoedden / kosten - kostten)

Vaststellen welke vorm je moet gebruiken:
Met wat voor werkwoordsvorm heb je te maken?
persoonsvorm tt / persoonsvorm vt / infinitief

Slide 14 - Slide

Vervoegen
Persoonsvorm tt: -den en -ten 
Persoonsvorm vt: -dden en -tten
infinitief: hele werkwoord (zo 'simpel' mogelijk) -> verandert niet als de zin van tijd verandert. (v.b.: Daar gaan we zeker niet om wedden. - Daar gingen we zeker niet om wedden.)

Slide 15 - Slide

Voorbeeld
Vorige week verhardden we de weg.
pv tt / pv vt / infinitief

Slide 16 - Slide

We ... (melden) het aan onze ouders.
A
pv tt (melden)
B
pv vt (meldden)
C
infinitief (melden)

Slide 17 - Quiz

Wanneer zal het feest ... (losbarsten)?
A
pv tt (losbarsten)
B
pv vt (losbarstten)
C
infinitief (losbarsten)

Slide 18 - Quiz

Voltooid deelwoord (vd) & bijvoeglijk naamwoord (bn)
Wat was het ook alweer?..

- Je kunt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken. 
- Als het vd eindigt op -d of -t, schrijf je het bn zo kort mogelijk, dus met -de of -te. Bijvoorbeeld:
testen: getest -> het geteste vuurwerk

Slide 19 - Slide

Let op!
Soms is -dde of -tte nodig voor de uitspraak:
witten: gewit -> de gewitte muur
Dus niet: de gewite muur...

Slide 20 - Slide

Aan de slag
Opdracht 1, 2, 3, 4  en 5 (blz. 126 en 127)

Deadline: vandaag om 19:00 uur. Inleveren via het inleverpunt op Its.

Slide 21 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je: 
...werkwoordsvormen met -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n)  correct spellen.
...van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide