09-02 herhaling present simple & continuous

   
  • Wij luisteren naar elkaar 
  • Mobiel staat op stil en blijft in je tas
  • Lesboek en laptop dicht op tafel
  • Bij vragen handen opsteken
  • Rode kaart in de lucht? Dan is iedereen stil


1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

   
  • Wij luisteren naar elkaar 
  • Mobiel staat op stil en blijft in je tas
  • Lesboek en laptop dicht op tafel
  • Bij vragen handen opsteken
  • Rode kaart in de lucht? Dan is iedereen stil


Slide 1 - Slide

By the end of this class:
  1. You understand present simple and present continuous.
  2. You know the difference between simple present and present continuous.
  3. You can use the present simple and present continuous correctly.

Slide 2 - Slide

Lesson plan
  • Recap present simple & present continuous
  • Practice present simple & present continuous
  •  Present simple vs Present continuous game
  • Work idepedently or check in duo's 

Slide 3 - Slide

Present simple (tegenwoordige tijd)
We gebruiken de present simple als we het hebben over: feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen. signaalwoorden: always, often, never etc.
I/we/they 
hele werkwoord
I always drink tea in the morning.
he/she/it
hele werkwoord + s
He reads a book.
werkwoord eindigt -Y
try
buy
He tries...........
She buys.........
onregelmatige werkwoord: to do
do
I do my best.
He does his best.

Slide 4 - Slide

Present Continuous



Wij gebruiken de present continuous bij gebeurtenissen die: nu bezig of nu aan de gang zijn.
vorm: to be (am, are, is) + hele werkwoord + ing
positief zin
Vragend?
Negatief zin
I am swimming.
Am I swimming?
I am not swimming.
You are swimming.
Are you swimming?
You  are not swimming.
He / She / It is swimming.
Is he/she/it swimming?
He/she/it is not swimming.
They are swimming.
Are they swimming?
They are not swimming.
- To express annoyance
You are always singing so loudly

Slide 5 - Slide

Present simple and present continuous 
Present simple
Present continuous: 
Feit, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen.
Gebeurtenissen die nu bezig zijn of nu aan de gang zijn.
Signaalwoorden: always, sometimes, often, never, usually, on Mondays, every.... 
Signaalwoorden: this instant, right now, at the moment, look!, listen! 
hele werkwoord (ww) 
she/he/it = ww+ s 
(to be) am/is/are + hele werkwoord + ing 
Jack rides his bicycle on saturdays. 
Jack is riding his bicycle this instant.

Slide 6 - Slide

4

Slide 7 - Video

01:09
I never work very hard.
Is it present simple or present continuous?
A
present simple
B
present continuous

Slide 8 - Quiz

01:15
I'm sitting at home.
Present simple or present continuous?
A
present simple
B
present continuous

Slide 9 - Quiz

01:23
Are you having dinner?
Is this present simple or present continuous?
A
present simple
B
present continuous

Slide 10 - Quiz

01:30
He doesn't know.
Present simple or present continuous?
A
present simple
B
present continuous

Slide 11 - Quiz

Wat: zinnen in present simple of continuous schrijven
Hoe: groepjes van 4 (duo voor je of achter je)
            schrijf het zin op papier
Uitkomst: nakijken aan einde spel en punten optellen bij                                        een correcte  zin.
Tijd: 15 minuten
                 Persoon met het meeste punten is het winnaar.

timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Opgaven nakijken
Wat: opgaven GS t/m countries & cultures nakijken
Hoe: Groepjes van 4
Tijd: 10 minuten (nakijktijd)
klaar: opgaven maken
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Wat: maak de opgaven volgens je planning (F t/m H)
Hoe: zelfstandig of met check in partner
Hulp: docent of uitleg in boek


Slide 15 - Slide

Wat is zelfstandigwerken?
Afspraken met elkaar:
- opgaven individueel maken      - respectvol om gaan met elkaar
- rustig en in stilte                             - niet heen en weer lopen
-actief mee doen

Slide 16 - Slide

Check in duo's
Wat: opgave individueel maken
           antwoord met partner naast je bespreken/uitleg
Afspraken:
- zachtjes met elkaar antwoord bespreken     - niet heen en weer lopen
- actief mee doen                                                        - respectvol om gaan met elkaar


Slide 17 - Slide

Afsluiting 
  • Zijn de lesdoelen bereikt? Wat heb je geleerd?'
-verschil tussen present simple en continuous?
-hoe vorm je present simple en continuous?
  • Vragen?
  • huiswerk: opgaven F t/m H is af.
  • volgende les: imperatives

                               




Slide 18 - Slide