7.2 Bouwstenen deel 2

7.2 Bouwstoffen voor je lichaam deel 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

7.2 Bouwstoffen voor je lichaam deel 2

Slide 1 - Slide

Planning
• Herhaling
• 7.2: Vitaminen en mineralen
• Werken aan 7.2

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
LD9: Je kent diverse bouwstoffen, hun bron en het belang voor je lichaam.

Je kunt:

- De noodzaak en functie van Vitamines, (vezels en mineralen uitleggen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

h.h. Eiwitten


Let op de naam... Wat valt op?
glycine
cysteïne

Slide 5 - Slide

Vitaminen & mineralen

Slide 6 - Mind map

Vitamine
Wat herken je in het woord?

Slide 7 - Slide

Vitamine
Het woord vitamine, komt van de vervoeging van vita(le) en amine. Vroeger dacht men dat alle vitaminen een amindegroep hadden (N-H2). Later bleek dit onjuist te zijn, maar ze hebben de naam nooit aangepast :-O.

Vitaminen vallen onder 'essentiele nutrienten. Oftewel: belangrijke voedingsstoffen. van vitaminen heb je niet veel nodig, maar ze zijn wel van levensbelang.




Vitamine C                                                     Vitamine A

Slide 8 - Slide

Mineralen
Mineralen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft en 
afkomstig zijn uit de bodem (minera = mijn).

Je hebt er maar heel erg weinig van nodig. Ze worden daarom ook sporenelementen genoemd. 
Het belangrijkste mineraal is keukenzout (NaCl). De mineralen worden altijd bij hun belangrijkste element genoemd (Natrium, ijzer, calcium, fluor etc), zoals natriumarm dieet...  maar dit is scheikundig niet correct! 

Slide 9 - Slide

Zijn vitaminen aminozuren?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

In welke bekende voedingsstof vind je 'natrium'?
A
Glucose
B
Lijnolie
C
Water
D
Keukenzout

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar?
Van vitaminen en mineralen heb je veel nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Huiswerk: heel paragraaf 7.2 (geen PLUS)

Slide 13 - Slide