Voegwoorden groep 6

Voegwoorden 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voegwoorden 

Slide 1 - Slide

Wat is een voegwoord? 
Een voegwoord ´metselt´ 2 zinnen aan elkaar. 

En, of, maar, want, dus 

Slide 2 - Slide

En 

De ouders drinken koffie en de kinderen drinken limonade. 

De juf leest een boek en de kinderen luisteren. 

Slide 3 - Slide

Of 
Wil je een koekje of wil je een appel? 

Ik ga naar de speeltuin of ik ga naar mijn vriendje. 

Slide 4 - Slide

Maar 
Daan wil graag op voetbal, maar dat mag niet van zijn moeder. 

Ik wil buiten fietsen, maar het regent veel te hard. 

Slide 5 - Slide

Want 
Ik ga met de fiets, want het is mooi weer. 

Hij trakteert op snoep, want hij is vandaag jarig. 

Slide 6 - Slide

Dus 
Het is droog, dus we kunnen buiten spelen. 

Ik ben ziek, dus ik ga niet naar school. 

Slide 7 - Slide

Ik drink geen koffie, ... wel thee.
A
En
B
Maar

Slide 8 - Quiz

Ik doe een muts op, ... ik heb koude oren.
A
Want
B
En

Slide 9 - Quiz

Wil jij koffie ... chocolademelk?
A
Maar
B
Of
C
Want
D
Dus

Slide 10 - Quiz

Het water in de sloot is bevroren, ... het is koud geweest vannacht.
A
Of
B
En
C
Maar
D
Want

Slide 11 - Quiz

Ik vind schaatsen leuk, ... mijn zusje vindt het te koud.
A
Want
B
En
C
Maar
D
Dus

Slide 12 - Quiz