Voeding en vertering - Herhaling 2.1 en 2.2

Thema 2 Voeding en Vertering 
Herhaling 2.1 en 2.2
Voeding en vertering 2KGT
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en Vertering 
Herhaling 2.1 en 2.2
Voeding en vertering 2KGT

Slide 1 - Slide

Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 2 - Mind map

Een voorbeeld van een gezond voedingsmiddel

Slide 3 - Open question

Voedingsmiddelen

Slide 4 - Slide

Wat zijn dierlijke voedingsmiddelen?
A
rookworst
B
sla
C
kopje thee
D
appel

Slide 5 - Quiz

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quiz

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 7 - Quiz

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 8 - Slide

Wat zijn de 6 voedingsstoffen?

Slide 9 - Open question

Koolhydraten zijn
A
Brandstof
B
Brandstof, bouwstof
C
Brandstof, bouwstof en reservestof
D
Brandstof, bouwstof, reserve- en beschermende stof

Slide 10 - Quiz

Mineralen zijn
A
brandstof
B
beschermende stof
C
bouwstof

Slide 11 - Quiz

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en brandstof
D
Bouwstof, brandstof, beschermende stof en reservestof

Slide 12 - Quiz

Wat zijn eiwitten niet?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
beschermende stof

Slide 13 - Quiz

Functies
- bouwstoffen
- brandstoffen
- reservestoffen
- beschermende stoffen

Slide 14 - Slide

Welk antwoord is geen voedingsstof?
A
eiwitten
B
vitamines
C
water
D
voedingsvezel

Slide 15 - Quiz

Volkorenbrood
In dit product komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Voedingsvezel (= geen voedingsstof!)

Slide 17 - Slide

Eiwitten zijn een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 18 - Quiz

Koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen

Slide 19 - Quiz

Welk verteringssap maakt de lever?
A
Darmsap
B
Alvleessap
C
Speeksel
D
Gal

Slide 20 - Quiz

Welk verteringssap verteert zetmeel?
A
maagsap
B
speeksel
C
enzymen
D
darmsap

Slide 21 - Quiz

Welk verteringssap heeft deze functie?
(wat je ziet is vet)
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 22 - Quiz

In de galblaas wordt gal gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Verterings
-sappen

Slide 24 - Slide

Verteringssappen bevatten enzymen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Verteringssappen bevatten enzymen

Slide 26 - Slide

Wat is de functie van hoektanden

Slide 27 - Open question

Hoektanden zijn puntiger dan snijtanden.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Snijtanden en hoektanden
Stukken van voedsel afbijten

Slide 29 - Slide

De maag heeft darmperistaltiek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Door voedingsvezels verloopt de darmperistaltiek beter.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd
A
Goed
B
Fout

Slide 32 - Quiz

Darmperistaltiek

Slide 33 - Slide

Hoe heet deel 1?
A
Alvleesklier
B
mondholte
C
slokdarm
D
speekselklier

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van de weg van je verteringsstelsel?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag

Slide 35 - Quiz

De luchtpijp zit
A
voor de slokdarm
B
achter de slokdarm

Slide 36 - Quiz

Dit orgaan noemen we............
A
hart
B
longen
C
maag
D
lever

Slide 37 - Quiz

De lever maakt gal waar wordt dit opgeslagen?
A
lever
B
twaalfvingerige darm
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 38 - Quiz

Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 39 - Quiz

Welk orgaan is eigenlijk ontstoken bij een blindedarmontsteking?
A
Dunne darm
B
Wormvormig aanhangsel (appendix)
C
Dikke darm
D
Blinde darm

Slide 40 - Quiz

Je bent aan het einde gekomen van deze lesson-up.

Je gaat nu paragraaf 2.3 lezen en probeert hier eigen aantekeningen bij te maken.

Slide 41 - Slide