Voeding en vertering les 7

Voeding en vertering
les 7

1 / 33
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Voeding en vertering
les 7

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Aanwezigheidscheck 
  • Terugkijken op basisstof 4 & 5
  • Instructie basisstof 6
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk en etiketten- opdracht
  • Nabespreken en afronden 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Basisstof 4
- Je weet de verschillende organen van het spijsverteringsstelsel te noemen en iets te vertellen over de functies van deze organen
- Weten wat darmperistaltiek is en wat de functie daarvan is.
- Weten wat voedingsvezels zijn

Basisstof 5
- Weten wat de schijf van 5 is en welke adviezen daarbij horen
- Weten wat voedselvergiftiging is en hoe deze wordt veroorzaakt
- Je weet hoe je een voedingsmiddel-etiket moet lezen

Slide 3 - Slide

Met welk nummer wordt de dikke darm aangewezen?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van de dunne darm?
A
Water opnemen.
B
Voedingsstoffen opnemen.
C
Alvleesklier sap en gal toevoegen.
D
Voedselbrij vermengen.

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de dikke darm?
A
Water opnemen in het bloed
B
Enzymen toevoegen voor vertering
C
Opslag van voedingsstoffen
D
Opslag van ontlasting

Slide 6 - Quiz

In de afbeelding zie je
de slokdarm. Wat zie
je hier gebeuren?
A
Voedsel wordt gekneed en zo verteerd
B
Voedsel wordt doorgeslikt
C
Darmperistaltiek
D
Verteringssappen verteren het voedsel

Slide 7 - Quiz

Door voedingsvezels verloopt de darmperistaltiek slechter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is de
schijf van 5?
A
Alles wat je iedere dag eet
B
De top 5 gezondste producten
C
Een schijf met gezonde voedingsmiddelen
D
Vijf producten met veel vitamines

Slide 9 - Quiz

Voedselvergiftiging komt door:
A
Parasieten
B
bacterien/schimmels op voedsel
C
Allergie voor voedsel
D
Toxines in voedsel

Slide 10 - Quiz

Basisstof 5
Gezonde voeding

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Voedselbereiding

Slide 16 - Mind map

Voedselbereiding

Slide 17 - Slide

Eten in de keuken
De meeste voedingsmiddelen komen van planten en/of dieren.
Sommige voedingsmiddelen bestaan uit meerdere grondstoffen (ingrediënten).
Dit noem je samengestelde producten.

Een pannenkoek bijvoorbeeld is een samengesteld 
product uit meel, ei en melk

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Eten in de keuken
Voordelen van bereiden:

- het voedsel wordt lekkerder
- veel schadelijke bacteriën en schimmels gaan dood
- vaak is bereid voedsel gemakkelijker te koken

Slide 20 - Slide

Bederven van voedsel
Voedsel kan besmet zijn met bacteriën en schimmels. Hierdoor kan het voedsel bederven
Van bedorven voedsel kan je ziek worden --> voedselvergiftiging

Bedorven voedsel kan je herkennen aan 
smaak, geur en kleur.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Houdbaarheidsdatum
t.h.t.
Tenminste houdbaar tot:

Advies datum.
De kwaliteit wordt gegarandeerd tot deze datum.

Kort na deze datum ook nog wel eetbaar (na controle)

Slide 23 - Slide

Houdbaarheidsdatum
Te gebruiken tot
Een TGT-datum staat op zeer bederfelijke producten. 

De TGT-datum is de laatste dag waarop het nog veilig is om het product te eten.

Vis & vlees

Slide 24 - Slide

Voedsel hygiëne 
Bij het bereiden van voedsel kun je bacteriën overbrengen van het ene voedingsmiddel op het andere.
Dit noem je kruisbesmetting.

Gebruik daarom verschillend 
keukenmateriaal voor de 
verschillende voedingsmiddelen. 
Bijvoorbeeld gekleurde snijplanken.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Noem twee manieren van voedselbereiding

Slide 27 - Open question

Op een product staat de houdbaarheidsdatum(THT 1 dec 2024)
Wat betekent dit?
A
Het mag niet meer gegeten worden na 1 dec
B
Je moet zelf beoordelen of je het nog kunt eten na 1 dec
C
Je wordt ziek van dit product

Slide 28 - Quiz

Wat voor soort houdbaarheidsdatum staat er op melk?
A
Ten minste houdbaar tot (THT)
B
Te gebruiken tot (TGT)

Slide 29 - Quiz

Welk woord mist hier?
Bij het bereiden van voedsel kun je bacteriën overbrengen van het ene voedingsmiddel op het andere.
Dit noem je _____________________________

Gebruik daarom verschillend 
keukenmateriaal voor de 
verschillende voedingsmiddelen. 
Bijvoorbeeld gekleurde snijplanken.

Slide 30 - Slide

Wat ga je doen?
Maak de opdrachten van basisstof 6
Opdracht 1 t/m 5
vanaf bladzijde 98

Verder met de opdrachten etiketten als je die nog af moet maken

SO basisstof 1 t/m 4: woensdag 11 december.
Stoppen om 15.10 uur

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Afronden en terugkijken
Welke woorden ontbreken in de tekst?

Sommige voedingsmiddelen bestaan uit meerdere grondstoffen (ingrediënten).
Dit noem je _____________________________________________________

Voedsel kan besmet zijn met ________________________________. Hierdoor kan het voedsel bederven. 

Bij het bereiden van voedsel kun je bacteriën overbrengen van het ene voedingsmiddel op het andere.
Dit noem je _________________________________________

Slide 33 - Slide