herhaling formuleren TH1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Leerdoelen

We herhalen stof van leerjaar 1.

- Volledige zinnen

- Verwijswoorden

- Trappen van vergelijking

- Als/dan

- Fouten herkennen in een zin

Een volledige zin

- Begint met een hoofdletter

- Eindigt met een punt, uitroepteken of vraagteken

- Bevat een onderwerp en een persoonsvorm

Wat is er fout aan het volgende gesprek?

T: Waar blijf je?

M: Kom later!

Maak nu:

Opdracht 1 + 2 

Cursus 6 - formuleren

Je maakt de opdrachten online

Verwijswoorden

Je verwijst met deze of die naar de-woorden. Bijvoorbeeld:

– Deze deur is op slot, maar die daar is wel open.

Je verwijst met dit of dat naar het-woorden. Bijvoorbeeld:

– Het gereedschap dat jij gebruikt, is beter dan dit oude ding.

Je moet dus weten welk geslacht het woord is waar je naar vewijst. Zoek dit op in het woordenboek (onzijdig, vrouwelijk of mannelijk). 

Maak nu:

Opdracht 3+4 

Cursus 6 - formuleren

Je maakt de opdrachten online

Trappen van vergelijking

 Taalverzorging - Formuleren

Als en dan

twee gelijke zaken > als

Even zo, (net) zo

verschil > dan

Wat komt er na als/dan

Hij is enthousiaster dan ...

Plak er een persoonsvorm achter! Dan hoor je wat er moet staan

0

Maak nu:

Opdracht 5 t/m 8

Cursus 6 - formuleren

Je maakt de opdrachten online