BKT Werkwoorden oefenmix

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Doelen

Zien: TT of VT?

Wat moet ik gebruiken, lopen of -te(n)/-de(n)?

Weten: Bij zwak verandert de klank niet, bij sterk wel.

Lekker lezen

We gaan oefenen met alle vormen!

Via Lessonup en Magister.

De tegenwoordige tijd is de tijd van...

1. Vroeger
2. Voltooid
3. Nu
4. Gisteren

Als ik een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd opschrijf gebruik ik als test...

1. Langer maken.
2. Een NL-alert
3. Ik bel een familielid.
4. Een vorm van "lopen" invullen.

Tegenwoordige tijd

Gebaar

Tijd van nu

Gebruik "lopen" om te testen.

Ik word al oud.

Want: Ik "loop" al oud.

Verleden tijd

Gebaar

Zwak: Klank verandert niet:

+ te(n) of + de(n).

Eerst ik-vorm.

Sterk: Klank verandert.

Ik lach  -  ik lachte

Wij lachen -  wij lachten

Ik loop - ik liep

Wij lopen  - wij liepen

Onregelmatig

5 stuks

hun eigen vervoegingen

zijn, kunnen, willen, hebben, zullen

Giviany zit lekker te werken tegenwoordig.
Wat is de persoonsvorm?

1. Giviany
2. lekker
3. zit
4. werken

Hoesten.
Is dat een sterk of een zwak werkwoord?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik (houden) van lekker uitslapen.

(Worden) jij later rijk, denk je?

Persoonsvorm verleden tijd:
Gisteren (hoesten) jij de longen uit je lijf.

Een maand geleden (fietsen) wij samen naar mijn oma.

Aan de slag

Maak de opdracht in Magister.

"Werkwoordspelling" en lever de opdracht deze les in.

Klaar? Lezen, Lingo, spellingoefenen.nl, puzzels op blz. 236.

Doelen behaald?

Zien: TT of VT?

Wat moet ik gebruiken, lopen of -te(n)/-de(n)?

Weten: Bij zwak verandert de klank niet, bij sterk wel.

Jij (worden) elke dag knapper.

Hij (lachen) gisteren niet meer zo hard.

Wij (hoesten) vorige week ook als een zeehond man.