Let op: de 'e' tussen stam en uitgang
Net als in de tegenwoordige tijd gebruik je bij een
stam op -t of -d een extra e bij du-er/sie/es/man en ihr.
- er hat gearbeitet - sie hat geredet - ich habe gewartet
Ook bij de werkwoorden atmen, öffnen, rechnen, regnen, zeichnen
gebeurt dit.
- er hat geöffnet - ihr habt geatmet - du hast gezeichnet