What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdletters - groep 5/6
Hoofdletters
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdletters
Slide 1 - Slide
Wat is een hoofdletter?
A
Grote letter
B
Kleine letter
C
Een letter op je hoofd
Slide 2 - Quiz
Wat schrijf je met een hoofdletter?
A
Aardrijkskundige namen
B
Eerste woord van een zin
C
Gebeurtenissen uit de geschiedenis
D
Feestdagen
Slide 3 - Quiz
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
opa jan gaat fietsen met bas.
A
Opa, Bas
B
Opa Jan, Bas
C
Opa Jan
D
Bas
Slide 4 - Quiz
Wanneer gebruik je een hoofdletter?
- Aan het begin van een zin.
- Bij namen.
Slide 5 - Slide
Wanneer gebruik je nog meer een hoofdletter?
- aardrijskundige namen
- namen van volken, talen en inwoners van landen en plaatsen
- feestdagen
- gebeurtenissen uit de geschiedenis
Slide 6 - Slide
Aardrijskundige namen
Namen van landen, provincies, streken, plaatsen, straten, rivieren, zeeën, en planeten zijn aardrijkskundige namen.
Hij woont in
Nederland
, vlakbij
Wommels.
Duitsland
ligt in
Europa
.
Ik woon aan de
Kerkstraat
in
Lollum.
Slide 7 - Slide
Namen van volken, talen en inwoners van landen en plaatsen
In
Friesland
spreekt men
Fries
.
Ik eet
Vlaamse
friet met mayonaise.
De
Italiaan
kon ook
Spaans
spreken.
Slide 8 - Slide
Feestdagen
Op
Koningsdag
gaan we naar de rommelmarkt.
Voor
Moederdag
gaf ik mijn moeder
een geurtje cadeau.
De kerstboom is versierd als het
Kerstmis
is.
Slide 9 - Slide
Gebeurtenissen uit de geschiedenis
De
Tweede Wereldoorlog
is 76 jaar geleden afgelopen.
Tijdens de
Gouden Eeuw
ging het erg goed met Nederland.
Slide 10 - Slide
Hoe schrijf en type je een hoofdletter?
Typen:
Shift + letter intoetsen
Shit + s = S
Slide 11 - Slide
Samenvatting
Je gebruikt een hoofdletter:
- aan het begin van de zin
- bij namen
- bij aardrijkskundige namen
- bij namen van volken, talen en inwoners van landen en plaatsen
- bij feestdagen
- bij gebeurtenissen uit de geschiedenis.
Slide 12 - Slide
Schrijf de zin over met hoofdletters.
de poes van tim ligt op de bank.
Slide 13 - Open question
kim woont aan de dorpsstraat.
Slide 14 - Open question
de duitser spreekt duits.
Slide 15 - Open question
Werkblad maken
Klaar?
- Boek lezen (totdat juf het zegt)
- Afsluiting: Quiz
Slide 16 - Slide
Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
fiets
B
gras
C
engeland
D
feest
Slide 17 - Quiz
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
tijdens vaderdag verraste ik mijn vader kees.
A
Tijdens, Vaderdag
B
Tijdens, Kees
C
Vaderdag, Kees
D
Tijdens, Vaderdag, Kees
Slide 18 - Quiz
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
bert en ernie wonen in sesamstraat.
A
Bert, Ernie
B
Bert, Ernie, Sesamstraat
C
Bert, Sesamstraat
D
Bert
Slide 19 - Quiz
Wat is goed geschreven?
Hemelvaartsdag of hemelvaartsdag
A
Hemelvaartsdag
B
hemelvaartsdag
Slide 20 - Quiz
Is de volgende zin goed of fout?
De Fransen houden van stokboord.
A
Goed
B
Fout
Slide 21 - Quiz
Klaar
Goed gewerkt!
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Taal 15 april
April 2020
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Taal: hoofdletters
April 2018
- Lesson with
10 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Taal: hoofdletters
June 2024
- Lesson with
10 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
May 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Taal: hoofdletters herhaling
May 2018
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
September 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Hoofdletters, leestekens en verkleinwoorden
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Groep 6 hoofdletters
March 2022
- Lesson with
13 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7