V2 Eerste les blok 2

NEE, ik heb nog geen cijfers!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

NEE, ik heb nog geen cijfers!

Slide 1 - Slide

JA, ik heb een heerlijke vakantie gehad!

Slide 2 - Slide

Welkom!

Slide 3 - Slide

Planning deze les
Kort toetsweek bespreken (mentor).
Uitleg Muiswerk morgen
Planner periode 2 bespreken
Starten met grammatica H1.

Slide 4 - Slide

Periode 2
  • Hoofdstuk 2 behandelen
  • Toets gaat over grammatica en spelling.






Doel vandaag: ik kan zinnen ontleden in zinsdelen en ze benoemen tot en met de bijwoordelijke bepaling,
           

Slide 5 - Slide

Planning 
  • 1.5 Woorden: opdrachten 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 16 en 19, Blz. 43-48
  • Klaar? Start met de opdrachten van 1.7

Slide 6 - Slide

Grammatica


Doelen van deze les:
> Ik kan een volgens vaste volgorde een zin ontleden
> Ik herken hoofdzin en bijzin(nen)
> Ik weet wat een enkelvoudige zin en samengestelde zin is

Noteer: Ik denk dat ik het meest aandacht moet besteden aan het lesdoel ...

Slide 7 - Slide

Hoe vind ik de persoonsvorm?

Slide 8 - Mind map

Persoonsvorm
  1. Zet de zin in een andere tijd.
  2. Het werkwoord dat verandert, is de pv.

Slide 9 - Slide

Hoe verdeel ik de zin in zinsdelen?

Slide 10 - Mind map

Zinsdelen
  1. Alle woorden die voor de pv staan of kunnen staan, is één zinsdeel.

Slide 11 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
  • Bestaat uit alle werkwoorden (dus ook de pv!) die in een zin staan.
  • Het belangrijkste werkwoord moet een duidelijke betekenis hebben.

  • Let op splitsbare werkwoorden: Ik werk samen, Hij belt op.
  • Aan het en te horen bij het wg: Hij is aan het bellen, Ik zit te gamen.












Slide 12 - Slide

Hoe vind ik het onderwerp?

Slide 13 - Mind map

Onderwerp
  1. Wie (of wat) + gezegde?
  2. Antwoord = onderwerp

Onderwerp en pv staan beide in enkelvoud of meervoud
Bij gebiedende wijs geen onderwerp: Houd afstand! Kom hier!

Slide 14 - Slide

Hoe vind ik het lijdend voorwerp?

Slide 15 - Mind map

Lijdend voorwerp
  1. Wat (of wie) + wg + o?
  2. Antwoord = lijdend voorwerp (lv)

  • Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.

Slide 16 - Slide

Hoe vind ik het meewerkend voorwerp?

Slide 17 - Mind map

Meewerkend voorwerp
  1. Aan/ voor wie/ wat + gezegde + o + lv?
  2. Antwoord = meewerkend voorwerp (mv)

Slide 18 - Slide

Hoe vind ik de bijwoordelijke bepaling(en)?

Slide 19 - Mind map

Bijwoordelijke bepaling(en)
  1. Alle zinsdelen die overblijven
  2. Geeft antwoord op vragen: waar, wanneer, waarom, hoe,..?

Slide 20 - Slide

Lesplanning
  • Vragen over 1.3 en 1.5?
  • Theorie grammatica zinsdelen 1.7
  • Zelfstandig werken

Slide 21 - Slide

Hoofdzin - bijzin
Hoofdzin: pv en ow staan naast elkaar.
Susan heeft nieuwe sneakers.

Bijzin: 
  • pv en ow niet naast elkaar, er staan andere zinsdelen tussen.
  • pv staat achterin de zin
  • een bijzin begint met een voegwoord

Toen Susan nieuwe sneakers had gekocht, keek ze heel blij.
Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?

Slide 22 - Slide

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin: één zin met één pv.
Susan heeft nieuwe sneakers gekocht.

Samengestelde zin: twee of meer zinnen met twee of meer pv's.
Susan heeft nieuwe sneakers gekocht en ze is heel blij.
hoofdzin - hoofdzin
voegwoorden: want, maar, en, of, dus...

Nadat Susan sneakers had gekocht, danste ze in het rond.
bijzin - hoofdzin

Susan danste in het rond, omdat ze haar sneakers zo mooi vond.
hoofdzin - bijzin

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide