H3 Herhalingsquizje

H3 De Sovjet-Unie
Herhalingsquiz
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

H3 De Sovjet-Unie
Herhalingsquiz

Slide 1 - Slide

Welk idee past niet bij Karl Marx?
A
Na de revolutie zal iedereen gelijk zijn.
B
Met een revolutie zullen de arbeiders uiteindelijk de macht krijgen
C
De rijke klassen zal na de revolutie de macht delen met de arbeidersklasse
D
De arbeidersklasse & bezittende klassen strijden over o.a. grond

Slide 2 - Quiz

Hoe heetten de aanhangers van Lenin?

Slide 3 - Open question

Uit welke twee revoluties bestond de Russische Revolutie?
A
februari en maart revolutie
B
februari en oktober revolutie
C
oktober en november revolutie
D
oktober en december revolutie

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurde er tijdens de Februari Revolutie?

Slide 5 - Open question

Wat gebeurde er tijdens de Oktober Revolutie?

Slide 6 - Open question

Welke groep behoorde niet tot 'de Witten' tijdens Russische burgeroorlog?
A
adel
B
voorstanders van de tsaar
C
Engeland en Frankrijk
D
bolsjewieken

Slide 7 - Quiz

Wat werd er tijdens de burgeroorlog NIET doorgevoerd door de Bolsjewieken?
A
De macht lag bij de democratische partijen
B
De landbouw kwam onder toezicht van de staat
C
De banken werden eigendom van de staat
D
De fabrieken werden eigendom van de staat

Slide 8 - Quiz

Bij wie hoort het begrip: Lenin of Stalin?
Lenin
Stalin
Nep
vijfjarenplan
Collectivisatie landbouw
Oktoberrevolutie
Goelag
Censuur

Slide 9 - Drag question

Welke partij kwam aan de macht in de Sovjet-Unie?

Slide 10 - Open question

De Sovjet-Unie werd na de burgeroorlog een
A
Democratie
B
éénpartijstaat

Slide 11 - Quiz

Wat weet je van: NEP

Slide 12 - Mind map

Wie bepaald in een planeconomie hoeveel er geproduceerd moet worden?
A
arbeiders
B
boeren
C
markt
D
regering

Slide 13 - Quiz

Hoe werd de ontwikkeling van de zware industrie betaal?
A
Buitenlandse investeringen
B
Belastingverhoging voor de rijken
C
Export van landbouwproducten
D
Geld van landerijen van de grootgronbezitters.

Slide 14 - Quiz

Weke gevolgen van de economische maatregelen waren er voor de boerenbevolking van de SU?
Nationalisatie (1917)
Bolsjewieken halen voedsel op (1917)
NEP (1921)
Collectivisatie van de landbouw (1931-1935)
Boeren leveren beperkt aan de staat, rest verkopen op vrije markt.
Grond onder toezicht staat


Boerderij verlaten, werken op kolchozen
Hongersnood, demonstraties, protesten

Slide 15 - Drag question

Welke sociale verandering was het gevolg van het optreden van de geheime politie?
A
Arbeiders en soldaten hadden nu de kans om hogerop te komen.
B
Boeren kenden nu hun plaats; in het communisme ging het om de arbeiders.
C
De echte communisten kwamen eindelijk aan de macht.
D
Mensen gingen elkaar wantrouwen; iedereen kon worden aangegeven.

Slide 16 - Quiz

Kenmerken van het Stalisme

Slide 17 - Mind map

Wat was een reden waarom Stalin begon met de Grote Terreur? (2 mogelijkheden)
A
De geheime politie was niet te vertrouwen en moest in de gaten worden gehouden.
B
Stalin wilde afrekenen met een aantal critici van zijn beleid binnen de partij.
C
Stalin had duizenden tegenstanders, vijanden en spionnen.
D
Stalin was achterdochtig, hij zag overal vijanden.

Slide 18 - Quiz

Welke naam heeft het niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie?

Slide 19 - Open question

Om welke reden steunden Engeland en de Verenigde Staten de Sovjet-Unie na juni 1941 met goederen en wapens?
A
Ze hadden voldoende moderne wapens.
B
Zij vochten samen tegen Hitler.
C
Ze vertrouwden Stalin.
D
Zij waren niet meer bang voor het communisme.

Slide 20 - Quiz