6.1 De verlichting B

De Tijd van Pruiken en Revoluties
6.1 De verlichting
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

De Tijd van Pruiken en Revoluties
6.1 De verlichting

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat is verlichting
Een verandering in de manier van denken.
Eerder:
- God heeft een directe invloed op het leven van de mens. Door rituelen en te bidden kan hij beïnvloed worden.
Verlichting:
- Er is geen bewijs dat rituelen of bidden helpt.
- Zoeken naar bewijs in plaats van tradities, oude Grieken of kerk.
- Ratio en empirisme waren leidend.

Slide 2 - Slide

Terugblik
Kritiek op kerk en samenleving
Verlichte denkers vonden dat er onderdrukking, uitbuiting en armoede in de samenleving bestond. 

Goed bestuur moest het welzijn van het volk verbeteren.

Opvoeding en scholing tot kritische burgers zou de samenleving verbeteren. 

Slide 3 - Slide

Terugblik
Meningsverschillen
Verlichte denkers lagen niet altijd op één lijn

Veel discussie en onderzoek leidde tot veel verschillende meningen


Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Na het bestuderen van de paragraaf kun je: 
  • verklaren waarom veel verlichte denkers voorstander waren van religieuze tolerantie;
  • uitleggen wat wordt bedoeld met een ‘mechanistisch wereldbeeld’;
  • uitleggen welke nieuwe ideeën over het bestuur Locke, Montesquieu en Rousseau hadden.

Slide 5 - Slide

Belangrijke onderwerpen:
God
Wonderen werden steeds vaker wetenschappelijk verklaard (zonsverduisteringen, kometen)

Heksen en geesten staan nergens in de bijbel vermeld 

De bijbel klopte dus niet altijd en zal dan niet het woord van God zijn

Daarom geen mensen vervolgen om religie



Slide 6 - Slide

Belangrijke onderwerpen:
God
Verlichte denkers waren vaak nog gelovig

natuurondezoek moest laten zien hoe knap God de wereld had gemaakt (Verlicht optimisme)

Voltaire  en Spinoza kwamen tot een 'mechanistisch wereldbeeld' 



Slide 7 - Slide

Belangrijke onderwerpen:
Politiek en staat
1. John Locke > Mensen hebben natuurlijke rechten. Een sociaal contract was nodig om bezit en vrijheid te behouden
2. Rousseau was radicaler > volkssoevereiniteit, de overheid werkt voor de mensen 
3. Montesquieu > Trias Politica



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Huiswerk
Je maakt paragraaf 6.1  helemaal.
timer
1:00

Slide 11 - Slide