Hoofdzin en bijzin les 1

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 11 en 12 op bladzijde 120)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel
Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 11 en 12 op bladzijde 120)

Slide 1 - Slide

Hoofdzin en bijzin

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Wat weet je nog?
- Theorie
- Oefenen
- Werken aan de opdracht 


Aan het einde van de les heb je geleerd hoe je beredeneert of een zin een hoofdzin of een bijzin is. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
 opdracht 11 en 12 op bladzijde 120

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 5 - Slide

1. We gaan met de klas naar Parijs en zullen daar een week blijven.
  • en - nevenschikkend 
2. Wel weten we, dat het ergens in een buitenwijk zal zijn.
  • dat - onderschikkend 
3. Mevrouw Luttema en meneer Boor gaan mee als extra begeleiders, maar dat is nog niet zeker.
  • maar - nevenschikkend 
4. In elk geval gaat onze mentor mee, dus gezellig wordt het zeker!
  • dus - nevenschikkend 
5. Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.
  • als - onderschikkend 

Slide 6 - Slide

Theorie 
Hoofdzin en bijzin 

Slide 7 - Slide

Theorie 
Zinnen die zelfstandig kunnen staan noemen we hoofdzinnen. 
Zinnen die niet zelfstandig kunnen staan noemen we bijzinnen. 

  • In hoofdzinnen staat de persoonsvorm meestal op de tweede plaats, in bijzinnen staat de persoonsvorm meestal verder naar achteren.
  • In een hoofdzin kan de persoonsvorm los staan van andere werkwoorden.
  • In de bijzin staan alle werkwoorden bij elkaar, het is niet mogelijk om er iets tussen te zetten. 

  • Julia blijft thuis, omdat het heel hard regent.

Slide 8 - Slide

Theorie 
Nevenschikkend:
  • Hoofdzin + hoofdzin

Onderschikkend:
  • Hoofdzin + bijzin
  • Bijzin + hoofdzin 

  • Je gebruikt voegwoorden om zinnen te combineren 

Slide 9 - Slide

Theorie 
Hoe kan je alle persoonsvormen vinden in een zin?

1. Getalproef
2. Tijdsproef 

  • Jos fietst hard, omdat hij niet te laat wil komen. 
  • Jos fietste hard, omdat hij niet te laat wilde komen. 

  • Bedenk daarna of het een hoofdzin of bijzin is. 

Slide 10 - Slide

Oefenen

Slide 11 - Slide

Oefenen
Het is dus mogelijk dat je bijzinnen tot in het oneindige toevoegt in andere bijzinnen of hoofdzinnen. 
  • dat je bijzinnen tot in het oneindige toevoegt in andere bijzinnen of hoofdzinnen. 

Maar omgekeerd kan het ook zijn dat bijzinnen zelfstandig voorkomen. 
  • dat bijzinnen zelfstandig voorkomen

Iedereen kan dan zelf invullen wat jij zou doen als je toch eens rijk was.
  • wat jij zou doen
  • als je toch eens rijk was


Slide 12 - Slide

Werken aan de opdracht
Wat? Maak opdracht 4 en 5 op bladzijde 122
Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 28/11)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk
timer
7:00

Slide 13 - Slide