H2 grammatica (zonder benoemen bijzinnen)

2.7 grammatica zinsdelen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.7 grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je leert het onderscheid te maken tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen;
- Je leert het onderscheid te maken tussen een nevenschikking en een onderschikking;
- Je leert de bijzin te herkennen;

Slide 2 - Slide

Met welk zinsdeel begin je bij het redekundig ontleden?

Slide 3 - Open question

enkelvoudig vs samengesteld
Enkelvoudige zin
samengestelde zin
1 persoonsvorm
2 of meer persoonsvormen
Hij loopt via de weg naar zijn hotel. 
Hij loopt naar de auto en pakt zijn tas. 
Zet de zin in een andere tijd!

Slide 4 - Slide

De net gezette koffie is wederom heerlijk.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 5 - Quiz

Langs dat kleine dorpje ligt onderaan de berg een heerlijk koffietentje.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 6 - Quiz

Ik kook vandaag en morgen haal ik eten.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 7 - Quiz

Wie dit heeft gedaan, krijgt straf.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 8 - Quiz

Maken: opdracht 1 oefenblaadje

Slide 9 - Slide

Ik herken het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.
010

Slide 10 - Poll

Nevenschikking vs onderschikking
nevenschikking
onderschikking
2 hoofdzinnen naast elkaar
1 hoofdzin en 1 bijzin
pv en o staan  2 keer naast elkaar
pv en o staan in 1 zin niet naast elkaar (of kun je scheiden)
voegwoorden: en, maar, want, of ('of' alleen bij een keuze)
voegwoorden: terwijl, omdat, of, toen, dat, etc. 

Slide 11 - Slide

Mijn neefje is erg dapper, want hij huilt zelden.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 12 - Quiz

Toen Simon van de trap viel, schrokken wij heel erg.
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 13 - Quiz

Maken: opdracht 2 oefenblaadje

Slide 14 - Slide

Ik herken het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin.
010

Slide 15 - Poll

Pim, mijn buurjongen, was boos, omdat hij gisteren niet uitgenodigd was.
A
enkelvoudige zin
B
nevenschikking
C
onderschikking

Slide 16 - Quiz

Aan het einde van de lange, vermoeiende dag ging eindelijk de bel.
A
enkelvoudige zin
B
nevenschikking
C
onderschikking

Slide 17 - Quiz

Dat hij vermoord was, geloofde niemand.
A
enkelvoudige zin
B
nevenschikking
C
onderschikking

Slide 18 - Quiz

Bijzin herkennen
Bij een onderschikking heb je een hoofdzin en een bijzin. 
Bij de hoofdzin staan de pv en het o naast elkaar, bij een bijzin niet (of kun je de twee scheiden). 

Bijvoorbeeld:
Terwijl ik buiten op jou wacht, speel ik een spelletje. 

Slide 19 - Slide

Maken: opdracht 3 oefenblaadje

Slide 20 - Slide

Wat is de bijzin in onderstaan zin?
Ik hoop dat hij snel weer beter is.

Slide 21 - Open question

Wat is de bijzin in onderstaande zin?
Wie niet op tijd komt, moet zich melden.

Slide 22 - Open question

Ik kan de onderschikking goed onderstrepen.
010

Slide 23 - Poll

Nevenschikking ontleden
Nevenschikking = 2 hoofdzinnen (pv en o naast elkaar).

1. Zet het voegwoord tussen zinsdeelstrepen
  (voor het voegwoord dubbel, erna enkel)

2. Ontleed de zinnen als twee losse zinnen. 

Slide 24 - Slide

Oefenen
Onze collega Wout wacht op koffie, maar Lola  


geeft hem een  lekker kopje kruidenthee. 

Slide 25 - Slide

Maken: opdracht 4 oefenblaadje

Slide 26 - Slide

Ik kan de nevenschikking foutloos ontleden.
010

Slide 27 - Poll

Alle grammatica van hoofdstuk 2: hoe goed begrijp je het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll