Les 40, aanwijzende voornaamwoorden

1 / 18

Slide 1: Slide

LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vertaal: iste magister

Slide 5 - Open question

Vertaal:
ille imperator

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertaal: ipse vir

Slide 13 - Open question

Illa statua pulchra est. Sculptor optimus illam fecit.
Wat is juist?

illa = zelfstandig; illam = bijvoeglijk

illa en illam zijn beide zelfstandig

illa en illam zijn beide bijvoeglijk

illa = bijvoeglijk; illam is zelfstandig

Slide 14 - Quiz

Vertaal: Illa statua pulchra est. Sculptor optimus illam fecit.
(statua = standbeeld; sculptor = beeldhouwer)

Slide 15 - Open question

Vertaal: Hic miles fortis est. Hic hostes semper superabit.
(superare = overwinnen, semper = altijd)

Slide 16 - Open question

Vertaal: In hac urbe quondam rex pessimus regnabat. Iste iam multos cives necaverat.
(quondam = eens; iam = al; necare = doden)

Slide 17 - Open question

Illi viro uxor optima erat.

Slide 18 - Open question