week 15 - en la tienda de ropa

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir llamarse
  • describir la familia
  • corregir los deberes
  • En la tienda de ropa
Miércoles, 13 de abril
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • repetir llamarse
  • describir la familia
  • corregir los deberes
  • En la tienda de ropa
Miércoles, 13 de abril

Slide 1 - Slide

Sportklas????
Siem
Jonas

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les ...
  • Kan ik het werkwoord llamarse vervoegen
  • Ken ik de namen van kledingstukken in het Spaans.
  • Heb ik de kleuren nog een keer herhaald.
  • Weet ik hoe je iets kunt kopen in een 
  kledingwinkel in het Spaans. 
LEERDOELEN

Slide 3 - Slide

Agenda
Woensdag 19 april
leren: woordjes van 2.1
maken: LE: ej. 3.15 en 3.21
Plan 3 leermomenten in.

Slide 4 - Slide

llamarse
Escribe 3 veces
me llamo
te llamas
se llama
nos llamamos
os llamáis
se llaman
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Leerdoel: bezittelijk vnw.

Slide 7 - Slide

_____________ (onze) abuela

Slide 8 - Open question

____________ (jouw) libros

Slide 9 - Open question

__________ (haar) casa

Slide 10 - Open question

___________ (jullie) padres

Slide 11 - Open question

___________ (mijn) hermano

Slide 12 - Open question

___________(hun) profesora

Slide 13 - Open question

__________ (zijn) hijos

Slide 14 - Open question

___________(onze) tía

Slide 15 - Open question

Describe tu familia
Tengo.....
Mi madre se llama...
Mi hermano tiene... años
.......

Slide 16 - Slide

Vamos a corregir

 LE: ej. 3.1, 3.2, 3.4, 3.5
 

Slide 17 - Slide

GPL - tarea 1
Leerdoelen

Slide 18 - Slide

Tarea 2

LA: pág. 55

En grupos: rellena la lista de vocabulario
de 2.1
Módulo pág. 27
LEERDOEL: kledingstukken

Slide 19 - Slide

repetir los colores
Ken je de kleuren nog?
Maak de volgende sleepvraag!
LEERDOEL: kleuren

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Drag question

Los colores
Weet je het nog? 
Kleuren zijn bijvoeglijke naamwoorden. 
Wat weet je van bijvoeglijke naamwoorden. 
Ze kunnen vrouwelijk worden of in het meervoud staan. 
¿Cómo se dice en español?
Módulo pág. 29
LEERDOEL: kleuren

Slide 22 - Slide

  • de blauwe spijkerbroek
  • de witte jurk
  • de bruine schoenen
  • de rode sneakers
  • de zwarte rok
  • los vaqueros azules
  • el vestido blanco
  • los zapatos marrones
  • las zapatillas rojas
  • la falda negra

Slide 23 - Slide

Diálogo en la tienda

  • Vamos a leer el diálogo juntos
  • Rellena la lista de vocabulario
  • Repite el diálogo con tu compañero/a
Módulo pág. 29
LEERDOEL: in de winkel

Slide 24 - Slide