SPQR 25 A.c.I deel 1

SPQR les 25: A.c.I. deel 1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

SPQR les 25: A.c.I. deel 1

Slide 1 - Slide

Waar staat de afkorting A.c.I. voor?

Slide 2 - Open question

Met welk voegwoord begint in het Nederlands een bijzin van de indirecte rede?

Slide 3 - Open question

Bij wat voor een soort werkwoorden kan er GEEN A.c.I. komen?
A
ww van zeggen
B
ww van menen
C
ww van waarnemen
D
ww van bewegen

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we het onderwerp van de A.c.I?
A
Subjectsaccusativus
B
Objectsaccusativus

Slide 5 - Quiz

Nummer de vertaalstappen van de A.c.I. in de juiste volgorde door de nummers ernaartoe te slepen
Vertaal de PV van het werkwoord van zeggen/menen/waarnemen en het onderwerp daarvan
Voeg het woord 'dat' toe
Vertaal de subjectsaccusativus als onderwerp van de dat-zin
Vertaal de objectsaccusativus als LV van de dat-zin
(als er een tweede accusativus is)
Vertaal de infinitivus als PV van de dat-zin, passend bij het onderwerp
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 6 - Drag question

Hoeveel van de volgende begrippen kun je uitleggen?
Indirecte rede; werkwoord van zeggen/menen/waarnemen; subjectsaccusativus; objectsaccusativus
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoe goed snap jij de A.c.I. al?
0100

Slide 8 - Poll

Wat zou in het Latijn zijn 'De slaaf hoorde dat de meester zijn dochter had geprezen' (servus / audire / dominus / filia / laudare)

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vergelijk beide zinnen van de vorige slide. Leg uit waarom in zin 1 'Brutus' staat en in zin 2 'Brutum'.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Vergelijk beide zinnen van de vorige slide. Leg uit waarom in zin 1 'terret' staat en in zin 2 'terrere'.

Slide 20 - Open question

Vertaal de zin:
Marcus credit Felicem Brutum timere

Slide 21 - Open question

Welk woord is de subjectsaccusativus?
Marcus credit Felicem Brutum timere

Slide 22 - Open question

Vertaal de zin:
Mater dicit Felicem et Brutum amicos esse

Slide 23 - Open question

Welk woord is de infinitivus?
Mater dicit Felicem et Brutum amicos esse

Slide 24 - Open question

Vertaal de zin:
Videmus Felicem Brutum fugere

Slide 25 - Open question

Welk woord is de objectsaccusativus?
Videmus Felicem Brutum fugere

Slide 26 - Open question

Heb je nog een vraag aan je medewerker? Stel die dan hier!

Slide 27 - Open question