Woordenschat H1, les 3 + start H2

Versie B, vraag 14
Wat is de betekenis van 'twist'?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Versie B, vraag 14
Wat is de betekenis van 'twist'?

Slide 1 - Slide

Zie jij de twee betekenissen?
Watermonsters in Het bosbad en De Peppel

Zie jij de twee betekenissen?

Slide 2 - Slide

Programma
Volgende week krijg je de toets ter inzage.
1) Bespreken huiswerk
2) Uitleg theorie Woordenschat H2
3) Opdrachten maken/huiswerk


Slide 3 - Slide

Bespreken opdracht 4 en zelf nakijken opdracht 2 Woordenschat H1, blz. 27-29
  • 1 Bijvoorbeeld: knokken / worstelen: opsomming in drieën én repetitio 
  • 2 sneeuw: opsomming in drieën.
  • 3 (veel) te weinig: omgekeerde climax.
  • 4 jaren: climax.
  • 5 regelmaat: drieslag (en alliteratie).
  • 6 volk: drieslag en repetitio.
  • 7 Bijvoorbeeld: scanners/webcams/muizen/toetsenborden: enumeratio.
  • 8 lopen: repetitio.

Slide 4 - Slide

Maak een zin waarin een van de volgende woorden correct wordt gebruikt. Kies uit: scala, immens, refereren aan, statisch of quota.

Slide 5 - Open question

Stijlfiguren (2)

Naast het feit dat je met stijlfiguren de tekst aantrekkelijk kunt en de aandacht kunt vasthouden, kun je stijlfiguren ook gebruiken om gevoel in je woorden te leggen. 

Slide 6 - Slide

Hyperbool
Dit is een overdrijving.

Je zegt: 'Ik heb je deze les al honderd keer gezegd dat je je boek moet pakken!'
Je bedoelt: 'Ik heb je al verschillende keren gezegd dat je je boek moet pakken.'

Slide 7 - Slide

Understatement
Hierbij zwak je je woorden af. Je maakt het dus minder dan het in werkelijkheid is.
Je zegt: 'Frenkie de Jong kan best leuk voetballen.'
Je bedoelt: 'Frenkie de Jong is een goede voetballer.'

Slide 8 - Slide

Litotes
Dit is een soort understatement, maar hierbij zeg je het tegenovergestelde en dat ontken je.
Je zegt: 'Dat was niet heel erg aardig van je.'
Je bedoelt: 'Dat was gemeen van je.'

Slide 9 - Slide

Eufemisme
Je gebruikt dit om minder hard over te komen. Je probeert met woorden de situatie te verzachten.
Je zegt: 'Ik zit tussen twee banen in.'
Je bedoelt: 'Ik ben werkeloos.'

Slide 10 - Slide

Maken:
Startopdracht en opdracht 1 op blz. 58 van Woordenschat H2
Ben je klaar dan maak je opdracht 6 van Woordenschat H1
(blz. 29)

Slide 11 - Slide