Herhalen hoofdstuk

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je boek,
schrift en etui
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!

Zoek een plekje

Pak alvast je boek,
schrift en etui

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Alles herhalen
Vragen?

Lesdoel:
Alle theorie ophalen
van voor de vakantie

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1
Van groot naar
klein heb je:
-organisme
-orgaanstelsel
-orgaan
-weefsel
-cel

Slide 3 - Slide

Paragraaf 1
Een cel heeft drie
onderdelen:
-cytoplasma: vloeistof
  in de cel met stoffen
-celmembraan: vliesje
  om de cel heen
-celkern: regelt alles 

Slide 4 - Slide

Paragraaf 1

Organen liggen vooral 
in de romp

Het middenrif scheidt de
buikholte en de borstholte

Slide 5 - Slide

Paragraaf 1
Orgaanstelsels:
-verteringsstelsel: voedsel kleinmaken
-zenuwstelsel: zorgen dat organen en
  orgaanstelsels samenwerken
-ademhalingsstelsel: zuurstof opnemen
  en koolstofdioxide afgeven
-bloedvatenstelsel: vervoeren van stoffen

Slide 6 - Slide

Paragraaf 1
Je lichaam heeft energie nodig om te 
kunnen bewegen, warm te blijven, te 
denken en stoffen te maken en af te breken

Ze doen dit met verbranding

Hiervoor heb je het verteringsstelsel
(glucose), het ademhalingsstelsel (zuurstof)
en het bloedvatenstelsel nodig (vervoer)

Slide 7 - Slide

Paragraaf 1
Bij verbranding maak je ook 
stoffen die je niet wil: water 
en koolstofdioxide

Met uitscheiding kan je deze 
stoffen uit het lichaam krijgen

Slide 8 - Slide

Paragraaf 2
Ademhalen doe je om zuurstof 
binnen te krijgen voor 
verbranding en de gemaakte 
koolstofdioxide kwijt te raken

Je longen zitten met een vlies
aan de borstholte en bewegen 
daarom mee met de borst

Slide 9 - Slide

Paragraaf 2
Als je ademt gaat de lucht langs de 
neus/mondholte naar de keelholte 
naar de luchtpijp en naar de longen

om de luchtpijp en de bronchiën
zit kraakbeen om deze organen
open te houden

Slide 10 - Slide

Paragraaf 2
In de longblaasjes kan het zuurstof naar het bloed om vervoert te worden naar de plek die verbranding wil doen en CO2 uit het bloed om uitgeademd te worden. Dit noem je gaswisseling.

Slide 11 - Slide

Paragraaf 2
Je kan beter door je neus ademen:
-je keurt de lucht op gevaar met het
  reukzintuig
-de lucht wordt warm en vochtig 
  door bloedvaatjes en het slijmvlies
-neusharen en slijmvlies houden 
  stof tegen

Slide 12 - Slide

Paragraaf 2
-Stofdeeltjes en ziekteverwekkers 
  worden gevangen in slijm
-Trilharen in de neus, luchtpijp en bronchiën 
  bewegen het slijm naar de keelholte
-Je hoest het slijm uit of slikt het door (ziekte-
  verwekkers worden onschadelijk gemaakt in 
  de maag en gaan verder door het 
  verteringsstelsel tot je ze uitpoept)

Slide 13 - Slide

Paragraaf 3
Bloed bestaat uit:
-bloedplasma: vloeistof met 
  opgeloste stoffen zoals glucose 
  voor verbanding
-witte bloedcellen: verdedigen
  tegen ziekteverwekkers
-rode bloedcellen: vervoeren
  zuurstof voor verbranding aan
  ijzer in hemoglobine

Slide 14 - Slide

Paragraaf 3
Je bloed gaat door drie soorten bloedvaten
Soort bloedvat
Dikte
Richting
Stroom snelheid
Kleppen
Uitwisseling stoffen
Slagader
Dik
Naar organen
Snel
Nee
Nee
Haarvat
Heel dun
In organen
Langzaam
Nee
Ja
Ader
Dun
Naar hart
Langzaam
Ja
Nee

Slide 15 - Slide

Paragraaf 3
-slagader brengt bloed met glucose 
  en zuurstof naar de organen
-daar gaat zuurstof naar bloedplasma
-bloedplasma met zuurstof en glucose
  uit het haarvat: weefselvloeistof
-cellen nemen stoffen op en doen
  verbranding
-afvalstoffen terug in haarvat en naar
  aders

Slide 16 - Slide

Paragraaf 4
Bloed maakt twee rondjes:
-kleine bloedsomloop: hart-longen-hart,
  zuurstofarm bloed gaat naar de longen 
  om afvalstoffen af te geven en zuurstof 
  op te nemen
-grote bloedsomloop: hart-lichaam-hart, 
  zuurstofrijk bloed gaat naar het lichaam 
  om verbranding mogelijk te maken en 
  neemt afvalstoffen op

Slide 17 - Slide

Paragraaf 4
Je hart heeft verschillende delen:
-2 boezems
-2 kamers
-hartkleppen (tussen kamers
  en boezems)
-slagaderkleppen (tussen kamers
  en longslagader/aorta)

Slide 18 - Slide

Uitleg 8.4

Je bloed pompt in
drie stappen:
-Boezems trekken samen
-Kamers trekken samen
-Pauze

Slide 19 - Slide

Paragraaf 4
Bloedvaten hebben meestal de 
naam van het orgaan waar ze 
heengaan (slagaders) of waar
ze wegkomen (aders)

Kransslagader geven bloed aan het 
hart en kransaders voeren het weg

Slide 20 - Slide

Paragraaf 4
Het bloed gaat langs:
rechterboezem -> rechterkamer -> 
longslagader -> haarvaten van longen 
-> longader -> linkerboezem -> 
linkerkamer -> aorta -> (orgaan)slagader 
-> haarvaten van orgaan -> (orgaan)ader 
-> holle ader -> opnieuw

Slide 21 - Slide