What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3 Woordenschat: vaste vergelijkingen
Welkom mavo 2
Telefoon in telefoontas
Ga zitten op de juiste plek bij Nederlands
Pak je boek en schrift
Hoofdstuk 3 Woordenschat
Chroombook online Noordhoff
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
35 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom mavo 2
Telefoon in telefoontas
Ga zitten op de juiste plek bij Nederlands
Pak je boek en schrift
Hoofdstuk 3 Woordenschat
Chroombook online Noordhoff
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Aan de slag!
H3
Woordenschat
Vaste vergelijkingen
Opdracht 1 t/m 6 moeten af zijn voor de volgende les!
Slide 3 - Slide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 4 - Link
Welkom mavo 2
Telefoon koppelen aan deze les:
Ga zitten op de juiste plaats
Pak je boek en schrift
Hoofdstuk 3
Slide 5 - Slide
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 6 - Quiz
Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor
Slide 7 - Quiz
OOK
is een signaalwoord voor
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Chronologie (volgorde van tijd)
Slide 8 - Quiz
Toch is een signaalwoord voor..
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 9 - Quiz
'Maar' is een opsommend signaalwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen
Slide 11 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 12 - Quiz
Het signaalwoord 'ook' hoort bij een...
A
tegenstellend verband
B
opsommend verband
C
oorzakelijk verband
Slide 13 - Quiz
Signaalwoorden opsomming
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
maar, echter, toch, tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals
Slide 14 - Quiz
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 15 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan
Slide 16 - Quiz
wat is (zijn) signaalwoord(en)?
A
tegen
B
bovendien
C
vervolgens
D
zij
Slide 17 - Quiz
In een tekstje staat het signaalwoord 'maar'.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
tijdvolgorde
Slide 18 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan
Slide 19 - Quiz
OOK
is een signaalwoord voor
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Chronologie (volgorde van tijd)
Slide 20 - Quiz
Toch is een signaalwoord voor..
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 21 - Quiz
In een tekstje staat het signaalwoord 'maar'.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
tijdvolgorde
Slide 22 - Quiz
Signaalwoorden opsomming
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
maar, echter, toch, tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals
Slide 23 - Quiz
'Maar' is een opsommend signaalwoord
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quiz
In een tekstje staat het signaalwoord 'maar'.
Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
tijdvolgorde
Slide 25 - Quiz
wat is (zijn) signaalwoord(en)?
A
tegen
B
bovendien
C
vervolgens
D
zij
Slide 26 - Quiz
Signaalwoorden opsomming
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
maar, echter, toch, tegenover
C
bijvoorbeeld, zo, zoals
Slide 27 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen
Slide 28 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan
Slide 29 - Quiz
Toch is een signaalwoord voor..
A
tegenstelling
B
opsomming
Slide 30 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 31 - Quiz
Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: MAAR
A
Opsommend verband
B
Verklarend verband
C
Tegenstellend verband
D
Chronologisch verband
Slide 32 - Quiz
Huiswerk
Hoofdstuk 3
Blz. 67 lezen tekst 4
Maken opdracht 4
Klaar? maken opdracht 5
Slide 33 - Slide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 34 - Link
Aan de slag
H3 instructie blz
Maken opdracht:
Leerlingen thuis: via leermiddelen in SOM online maken!
Slide 35 - Slide
More lessons like this
Lezen H3 en Lezen H4 2 mavo
January 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Signaalwoorden en tekstverbanden
November 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
week 26 en week 27 2 MAVO Lezen Herhaling H3 tekstverbanden en signaalwoorden
June 2020
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Tekstverbanden mavo 4
March 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Signaalwoorden en tekstverbanden
April 2017
- Lesson with
18 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
Lezen H3 en H4
February 2024
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden mavo 4
October 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Signaalwoorden en verbanden
June 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3