17-12 taal

zich ergens voor opgeven
A
aangeven dat je ergens niet aan mee wilt of kunt doen
B
aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je egens lid van wilt worden
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

zich ergens voor opgeven
A
aangeven dat je ergens niet aan mee wilt of kunt doen
B
aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je egens lid van wilt worden

Slide 1 - Quiz

zich ergens voor afmelden
A
aangeven dat je ergens niet aan mee wilt of kunt doen
B
aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je egens lid van wilt worden

Slide 2 - Quiz

de maillot
A
de van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt
B
dikke kousen met een broekje eraan vast
C
de manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij het dansen

Slide 3 - Quiz

de choreografie
A
de van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt
B
dikke kousen met een broekje eraan vast
C
de manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij het dansen

Slide 4 - Quiz

het voetenwerk
A
de van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt
B
dikke kousen met een broekje eraan vast
C
de manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij het dansen

Slide 5 - Quiz

de bevestiging
A
als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doorgaat
B
een persoon met bepaalde eigenschappen
C
met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekent
D
een groep mensen die samen iets moet regelen

Slide 6 - Quiz

het type
A
als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doogaat
B
een persoon met bepaalde eigenschappen
C
met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekent
D
een groep mensen die samen iets moet regelen

Slide 7 - Quiz

de commissie
A
als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doogaat
B
een persoon met bepaalde eigenschappen
C
met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekent
D
een groep mensen die samen iets moet regelen

Slide 8 - Quiz

omschrijven
A
als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doogaat
B
een persoon met bepaalde eigenschappen
C
met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekent
D
een groep mensen die samen iets moet regelen

Slide 9 - Quiz

constateren
A
iets heel gemakkelijk doen
B
vaststellen
C
helemaal niet

Slide 10 - Quiz

allerminst
A
iets heel gemakkelijk doen
B
vaststellen
C
helemaal niet

Slide 11 - Quiz

ergens je hand niet voor omdraaien
A
iets heel gemakkelijk doen
B
vaststellen
C
helemaal niet

Slide 12 - Quiz