This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Ethiek - les 2
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Leerdoelen
Terugblik 1.B Wat is ethiek?
1.C Soorten ethiek
Slide 2 - Slide
Leerdoelen:
1.C - Je kent de verschillende soorten ethische stromingen
1.D - Je begrijpt de verschillende soorten ethische stromingen
Slide 3 - Slide
Terugblik
Slide 4 - Slide
Bladzijde 3
Maken: opdracht 1.1
Overleg en werk samen met je buurman/buurvrouw
Slide 5 - Slide
Nakijken opdr. 1.1
Slide 6 - Slide
Je verkoopt je scooter. Je weet dat je scooter meer waard is als je niet vertelt dat er een onderdeel kapot is. Wat doe je? Vertel je wel of niet de waarheid?
Slide 7 - Slide
Een klasgenootje heeft nieuwe kleren gekocht. Je vindt ze lelijk. Je weet dat de vriendin, die naast jou zit, haar soms pest. Zij vraagt wat je van haar nieuwe kleren vindt. Wat zeg je?
Slide 8 - Slide
Terugblik - leerdoelen:
1.A - Wat is ethiek?
1.B - Wat doe je als je op een ethische manier nadenkt?
Slide 9 - Slide
Opdracht 1.2
Slide 10 - Slide
Kun je Bijbelverhalen of teksten bedenken die hier een rol spelen?
Situatie 1 - oorbellen
Slide 11 - Slide
Wat vind jij dat je in deze situatie zou moeten doen?
Situatie 1 - oorbellen
Slide 12 - Slide
Welke gevolgen (voor leugenaar en voor de ander) kunnen er ontstaan als je liegt?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 13 - Slide
Welke gevolgen (voor leugenaar en voor de ander) kunnen er ontstaan als je niet liegt?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 14 - Slide
Welke normen horen bij deze vraag in deze situatie?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 15 - Slide
Welke waarden horen bij deze vraag in deze situatie?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 16 - Slide
Kun je Bijbelverhalen of teksten bedenken die hier een rol spelen?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 17 - Slide
Wat vind jij dat je in deze situatie zou moeten doen?
Situatie 2 - Ziekte/oorlogstijd
Slide 18 - Slide
Normen zijn:
A
regels die je gebruikt in het dagelijks leven
B
belangrijke opvattingen die je gebruikt in het dagelijks leven
C
mijn diepste overtuigingen
D
regels die ik normaal vind
Slide 19 - Quiz
Waarden zijn:
A
regels die je gebruikt in het dagelijks leven
B
belangrijke opvattingen die je gebruikt in het dagelijks leven