12.2 Geen leven zonder water

12.2 Zonder water geen leven
M&N leerjaar 2
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

12.2 Zonder water geen leven
M&N leerjaar 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

  • Terugblik
  • Uitleg 12.2
  • Kennistest
Waar ga je over leren?

  • Water, concentratie, dosis en waterkringloop.
  • Drie fasen: gas, vloeibaar, vast.
  • Smeltpunt en kookpunt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Slide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke kringloop zie je in de afbeelding
A
Voedselkringloop
B
Koolstofkringloop
C
Stikstofkringloop
D
Afvalkringloop

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg over 12.2

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Water/ land verdeling

Slide 8 - Slide

Verhouding/ percentage land en water op aarde.
Water in je lichaam

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Water in je lichaam

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Water in ons lichaam?

Nodig om stoffen in transporteren (bloed)

Lichaamstemperatuur te reguleren (zweet)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gemiddeld water gebruik per dag per huishouden

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Soorten water

  • Oppervlakte water 
  • Grondwater

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid drinkwater
Concentratie van stoffen: 
  • De hoeveelheid opgeloste stoffen in een vloeistof. 
  • Concentratie is de hoeveelheid opgeloste stof in milligram per liter water (mg/L)

Dosis: 
  • De hoeveelheid van een stof die je binnenkrijgt.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met de dosis.
Als voorbeeld nemen we Kwik in drinkwater. Stel dat je twee liter water drinkt op een dag, hoeveel kwik krijg je dan binnen?


2 Liter x 1,0 mg = 2,0 mg kwik.


Dus:
aantal liter x waarde van de stof  = dosis

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Faseovergangen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Fase-driehoek
Bevriezen heet 
bij andere stoffen dan water stollen

Slide 17 - Slide

Rijpen = De ijsafzetting in een diepvriesvak of prachtige ijskristallen op takjes van bomen of ijsbloemen op ramen: allemaal zijn ze afkomstig van waterdamp in de lucht, die door sterke afkoeling direct overgaat in ijs. 

Vervluchtigen = droogijs
Moleculen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Faseovergangen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Smeltpunt en kookpunt

  • Smeltpunt is de temperatuur wanneer een stof van 'vast' naar 'vloeibaar' gaat
  • Kookpunt van 'vloeibaar' naar 'gas'. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waterkringloop

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Als er landijs smelt, stijgt de zeespiegel.

Water en ijs zijn niet precies even zwaar. Daardoor drijft ijs op water.

Dit heeft te maken met de dichtheid.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is dichtheid
De dichtheid geeft aan hoeveel massa (gewicht) van een stof aanwezig is in een bepaald volume. 

De massa van 1 cm3 heet dichtheid

Hoe hoger de dichtheid, hoe zwaarder de stof.


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Dichtheid
grootheid
eenheid
symbool
dichtheid
g / cm3
volume
cm3
V
massa
gram
m
ρ

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met rekenen
Opgave 1
m = 150 g, V = 90 cm3
Bereken de dichtheid van deze stof.

Opgave 2
V = 125 cm3, m = 80 g
Bereken de dichtheid van deze stof.




Slide 25 - Slide

Dichtheid = massa/volume
1. 150/90 = 1,66 g/cm3
2. 80/125 = 0,64 g/cm3

Kennistest 

Slide 26 - Slide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Waterdamp
Vloeibaar
water
sneeuw en ijs
door verwarming
het kan stollen en verdampen
door 
afkoeling onder nul

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

verdampt
gesmolten of gecondenseerd
stollen

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vloeibaar
A
Sublimeren
B
Condenseren
C
Verdampen
D
Rijpen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Fase-driehoek
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren
Vast (s)
Vloeibaar (l)
gas (g)

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Het smeltpunt van ammoniak is -78 ℃
Kookpunt is -33 ℃
In welke fase is ammoniak bij -51 ℃
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee buizen hebben dezelfde concentratie
A
A en B
B
B en C
C
C en D
D
D en E

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Het begrip concentratie betekend...
A
Het aantal opgeloste stof per liter water.
B
Het aantal liter water per opgeloste hoeveelheid stof.
C
Hoe sterk iets is.
D
Ander woord voor dosis.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De dosis is..
A
De hoeveelheid stof die voor 1 totale mens is toegestaan
B
Aantal gram van de stof wat per kg lichaamsgewicht is toegestaan.
C
De concentratie bepaalde stoffen die in drinkwater mogen voorkomen.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een konijn weegt 3 kilogram. Het konijn drinkt vervuild water. In het water zit de giftige stof lood opgelost. De concentratie lood in het water is 16mg/l. De letale dosis lood voor konijnen is 56mg/kg. Na hoeveel liter drinken is het konijn dood?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 36 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
12.2 opdracht 1 t/m 29 (overslaan 25, 26).
Werken tot 12:00
Hulp? Boek of docent
Klaar? Verder werken

Slide 37 - Slide

This item has no instructions