Demografische data en geografische kenmerken van verschillende landen
Demografische data en geografische kenmerken van verschillende landen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Demografische data en geografische kenmerken van verschillende landen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de demografische trends van verschillende landen interpreteren.
Aan het einde van de les kun je de geografische kenmerken van specifieke regio's identificeren.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over demografische data en geografische kenmerken van verschillende landen?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Demografische gegevens
Geboortecijfer: Het aantal geboorten per 1.000 inwoners in een jaar.
Sterftecijfer: Het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners in een jaar.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Bevolkingspiramides
Grafiek die de leeftijds- en geslachtsverdeling van een bevolking laat zien.
Vergelijken van bevolkingspiramides van verschillende landen.
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Geografische kenmerken van China
Hoogten, woestijnen en rivieren in China.
Invloed van geografische kenmerken op de bevolking en economie.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Samenvatting
Geboortecijfer en sterftecijfer beïnvloeden de bevolkingsgroei.
Bevolkingspiramides tonen de leeftijds- en geslachtsverdeling van een bevolking.
Geografische kenmerken hebben invloed op de ontwikkeling van een regio.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Definities
Geboortecijfer: Het aantal geboorten per 1.000 inwoners in een jaar.
Sterftecijfer: Het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners in een jaar.
Bevolkingspiramide: Een grafiek die de leeftijds- en geslachtsverdeling van een bevolking laat zien.
Geografische kenmerken: Fysieke kenmerken van een gebied, zoals bergen, rivieren en woestijnen.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.