H3d 29 nov

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom H3d

Dinsdag 7 december hebben we proefwerk over hoofdstuk 2

Dat geeft ons nog 4 lessen om dat voor te bereiden.

Vandaag doen we de laatste twee paragrafen (2.3 en 2.4)

Stroom in huis (paragraaf 2.3)

In je huis worden stroomdraden vaak gesplitst (anders zou je maar één apparaat tegelijk kunnen aansluiten)

Wat gebeurt er met de spanning, stroomsterkte en vermogen?

Spanning blijft gelijk:    Utot = U1 = U2 = U3 = ...

Stroomsterkte splitst:   Itot = I1 + I2 + I3 + ....

Vermogen splitst:   Ptot = P1 + P2 + P3 + ...

Tijd om je rekenmachine te pakken!

Door een apparaat loopt een stroomsterkte van 2,0 A. Wat is het vermogen van dit apparaat?

1. 230 : 2,0 = 115 W
2. 2 : 230 = 0,0087 W
3. 2 x 230 = 460 W
4. Kan je niet weten

Ok. Het vermogen is dus 460 W en de stroomsterkte 2,0 A. Nu sluit je twee van zulke apparaten aan. Neem over en vul aan:
Utot = .... Itot = ..... Ptot = ....

Nuldraad, fasedraad, schakeldraad

Overbelasting en kortsluiting

(Boek)

Het snoer van de oplader van je laptop is een beetje beschadigd. Je sluit hem aan op het stopcontact. Wat kan hier gebeuren?

1. Kortsluiting
2. Overbelasting
3. Je staat zelf onder stroom
4. Weet niet / iets anders

Veiligheidsmaatregelen

(boek)

Door een waterkoker loopt een stroom van 9,0 A. Door de vaatwasser 3,0A. Dan zet je de wasmachine (7,0 A) aan. Wat gaat er mis?

1. Niks
2. Aardlekschakelaar slaat om
3. Zekering slaat om
4. Er ontstaat brand

Een stofzuiger gebruikt 800 W. Hoeveel van die stofzuigers kun je op een groep van 16 A aansluiten?

1. 2
2. 4
3. 5
4. 7