Spelling

Werkwoordspelling

1 / 29
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Wat is hier fout?

Slide 2 - Slide

GELDT voor de hele straat

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hoe zat het ook alweer?

Slide 5 - Slide

Eerst PV TT oefenen

Slide 6 - Slide

Hij [vinden] het een rustige donderdag.
A
vind
B
vindt

Slide 7 - Quiz

Hij [verhuizen] maandag pas naar Almere.
A
verhuisd
B
verhuist
C
vershuisde
D
verhuizt

Slide 8 - Quiz

Er [veranderen] misschien wel helemaal niets vrijdag.
A
verandert
B
veranderd
C
veranderde
D
veranderen

Slide 9 - Quiz

Hij [betegelen] de badkamer
A
betegeldt
B
betegelt
C
betegeld
D
betegelde

Slide 10 - Quiz

Hij [fixen] gewoon dat hij na morgen vrij is.
A
fixt
B
fixet
C
fixdt
D
fixed

Slide 11 - Quiz

Oefenen: PV VT

Slide 12 - Slide

Hij [verhuizen] vorige week naar Almere
A
Verhuisde
B
Verhuizde
C
Verhuizte
D
Verhuizten

Slide 13 - Quiz

Zij [vermoeden] al dat zij niet op school zou zijn.
A
vermoeten
B
vermoedden
C
vermoedde
D
vermoede

Slide 14 - Quiz

Hij [liken] al haar foto's op Instagram.
A
Liket
B
Likete
C
likede
D
liketen

Slide 15 - Quiz

Hij [daten] verschillende meisjes uit klas 3.
A
dateten
B
datede
C
date
D
datete

Slide 16 - Quiz

Hij [afronden] gisteren zijn laatste opdracht af.
A
rondde af
B
ronde af
C
afrondde
D
rondte af

Slide 17 - Quiz

pv als voltooid deelwoord

Slide 18 - Slide

Heb jij dat al lang in jouw huis [veranderen]?
A
veranderdt
B
verandert
C
veranderdd
D
veranderd

Slide 19 - Quiz

Hij heeft mijn foto op Insta [liken]

[gebruik 'T X-KoFSCHiP]
A
geliked
B
geliket
C
gelikedt
D
gelikt

Slide 20 - Quiz

Leerlingen hebben over verschillende docenten [klagen].
A
geklaagt
B
geklaagd
C
geklaagdt
D
geklaagde

Slide 21 - Quiz

De weg is verbreed.
De ....... weg
A
verbreedde
B
verbrede

Slide 22 - Quiz

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

-



-  zo kort mogelijk

Slide 23 - Slide

Het uur is verzet.
Het ....... uur.
A
verzette
B
verzete

Slide 24 - Quiz

Het huis was helemaal verwoest.
Het ......... huis
A
verwoeste
B
verwoestte

Slide 25 - Quiz

Weet je weer hoe het zat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Afspelen voor extra begrip (eigen tijd)


https://www.youtube.com/watch?v=EqYu-gIFuRU

Slide 27 - Slide

Voor de volgende keer 
- Leren voor toets
- Maken proeftoets

Slide 28 - Slide

Vind je werkwoordspelling lastig?
Check de volgende video nog eens: https://www.youtube.com/watch?v=EqYu-gIFuRU

Slide 29 - Slide