Havo 2 - Oefentoets 1 leesvaardigheid periode 1.2 2023-2024

Oefentoets leesvaardigheid
Ter voorbereiding op de toets afrondweek 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefentoets leesvaardigheid
Ter voorbereiding op de toets afrondweek 2

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig?
1. tekstblad
2. apparaat

Slide 2 - Slide

1. Wat wordt bedoeld met het verband in een tekst?
A
de samenhang tussen woorden
B
de opbouw van een tekst
C
de samenhang tussen woorden, zinnen en alinea's
D
waar de tekst over gaat

Slide 3 - Quiz

2 Wat is het onderwerp van de tekst?
A
leuker dan school
B
het bedrijf Thocobags
C
Duco en Thomas
D
slimme leerlingen

Slide 4 - Quiz

3 Welke leesstrategie heb je gebruikt om het antwoord op vraag 2 te vinden?

Slide 5 - Open question

4 Welke (groep)signaalwoorden voor chronologisch verband herken je in alinea 3? Noem alle vijf.

Slide 6 - Open question

5 Welk signaalwoord voor toelichtend verband herken je in alinea 3?
A
ook
B
bijvoorbeeld
C
want
D
maar

Slide 7 - Quiz

6 Welke zin wordt er toegelicht in alinea 3? Noteer alleen de eerste twee woorden en de laatste twee.

Slide 8 - Open question

7 In alinea 3 staan twee verschillende signaalwoorden voor opsommend verband. Welk signaalwoord behalve 'en' herken je nog meer?

A
want
B
toch
C
ook
D
nu

Slide 9 - Quiz

8 Om welke opsomming gaat het hier in alinea 3? Met andere woorden: wat wordt er opgesomd?
A
de aanpak voor het opstarten van een bedrijf
B
de voorbereiding
C
het kiezen van een goede naam
D
vormen van media-aandacht

Slide 10 - Quiz

9 Welke signaalwoorden voor tegenstellend verband herken je in alinea 3?
A
eerst - graag
B
dat - want
C
maar – toch
D
snel - bijvoorbeeld

Slide 11 - Quiz

10 Om welke tegenstelling gaat het in alinea 3? Met andere woorden: wat wordt er tegenover elkaar gezet?
A
tassen laten bedrukken - naam bedacht
B
naam bedacht - ingeschreven in KvK
C
op lokale radio geweest - in twee kranten gestaan
D
verkoop door een grote warenhuisketen – verkoop door Thocobags zelf

Slide 12 - Quiz

11. Welke drie signaalwoorden voor opsommend verband herken je in alinea 6?

Slide 13 - Open question

12. Om welke opsomming gaat het in alinea 6? Met andere woorden: wat wordt er opgesomd?
A
tips (voor andere jongeren die een bedrijfje of winkel willen starten)
B
manieren hoe je een netwerk kunt opbouwen
C
welke bedrijven je kunt starten
D
hoe je je geld moet uitgeven

Slide 14 - Quiz

Hoe vond je het zelf gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Met welk onderdeel heb je nog moeite?

Slide 16 - Open question