5.4 Wat houd je over?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Winst - 5.4

Deze les

1. Doelen van deze les

2. Klassikale bespreking

3. Toepassing

4. Werken

5. Afsluiting

2 minuten

13 minuten

10 minuten

15 minuten

5 minuten

±

±

±

±

Doelen van deze les

Na deze les kun je:

• uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  
• beschrijven wat brutowinst is en deze berekenen.
  
• voorbeelden geven van bedrijfskosten.
  
• beschrijven nettowinst is en deze berekenen.

Waarvoor staat de afkorting BTW?

1. Belasting toegevoegde waarde
2. Belasting toekomende waarde
3. Bruto toegevoegde waarde
4. Bruto toekomende waarde

Wat is de inkoopprijs?

Inkoopwaarde

• Inkoopwaarde = het totale bedrag dat de winkelier betaalt voor de inkoop van producten

• Formule: inkoopwaarde = inkoopprijs x afzet

Wat is de omzet?

Brutowinst

• Brutowinst = het verschil tussen omzet en inkoopwaarde

• Formule: brutowinst = omzet - inkoopwaarde

Je verkoopt frikandelbroodjes voor € 1,00 per stuk. In één pauze verkoop je 60 frikandelbroodjes. Deze heb je ingekocht voor € 40,00 totaal. Wat is je brutowinst?

Bedrijfskosten

• Bedrijfskosten = alle kosten om de winkel te laten functioneren

Voorbeeld?

Nettowinst

• Nettowinst = winst die de winkelier overhoudt als alle kosten zijn betaald

• Formule: nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten

Je verkoopt frikandelbroodjes voor € 1,00 per stuk. In één pauze verkoop je 60 frikandelbroodjes. Deze heb je ingekocht voor € 20,00 totaal. De overige kosten zijn € 10,00. Wat is je nettowinst?

Maken opgave 60 blz. 144

Klaar? Ga verder met 53 t/m 66

Waarom hebben all you can eat restaurants veel zitplekken?

Welke categorie zie je eerst in een all you can eat restaurant?

1. Hoofdgerechten
2. Nagerechten
3. Dranken
4. Desserts

Wat zijn de drie belangrijkste kostenposten voor all you can eat restaurants?

Hoe komt het dat all you can eat restaurants toch winst maken?

Afmaken 5.4

Volgende week = Toets H5