Poëzie

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 
- verschil tussen poëzie en proza 
-  benoemen kenmerken poëzie
- stijlfiguren herkennen

Slide 2 - Slide

Poëzie

Slide 3 - Mind map

Gerrit Krol 
"Poëzie is (...) literatuur waar de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de schrijver, terwijl van proza de plaats van de woorden op het papier wordt bepaald door de zetter.' Dat is juist, en veel meer valt er vermoedelijk niet over te zeggen."

Slide 4 - Slide

Gerrit Kouwenaar
"Iets wat zich staande houdt op de rand van het verliezen, ik denk dat dat poëzie is."  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Poëzie
  1. Grote gevoelens
  2. Presentatie --> typografie 
  3. Bouwstenen: versregels en strofen
  4. Herhaling: inhoud, klank, metrum en ritme
  5. Literair taalgebruik: stijlfiguren, beeldspraak en symboliek
  6. Betekenistoekenning

Slide 8 - Slide

Enjambement
Als een zin doorloopt op de volgende versregel. 

 het sneeuwde toen op je wimpers
lagen kleine kristallen in je haren
glinsterde het geheimzinnig

Slide 9 - Slide

3. Bouwstenen (p.125)

Slide 10 - Slide