Monohybride kruisingen (basis)

Monohybrid crossings
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Monohybrid crossings

Slide 1 - Slide

Two parents have a baby.
the baby has blond hair.
Blond hair is recessive.
What are the genotypes of the parents?
A
bb x bb
B
Bb x Bb
C
BB x bb
D
Bb x bb

Slide 2 - Quiz

Een homozygoot dominante bruine hengst en een grijze merrie krijgen een bruine veulen.

Wat kan het genotype zijn van deze veulen?
A
aa of Aa
B
Aa of AA
C
Aa
D
aa

Slide 3 - Quiz

Kruisingsschema invullen
Twee heterozygote organismen krijgen nakomelingen hoe ziet dit krusingsschema er uit?

Slide 4 - Slide

aa
Aa
Aa
AA
A
a
A
a

Slide 5 - Drag question

Wat is de verhouding van het genotype in de F1?
A
1:3
B
1:2:1
C
1:1:1:1
D
1:1

Slide 6 - Quiz

Wat is de verhoduding in het fenotype in de F1?
A
1:3
B
1:2:1
C
1:1
D
3:2

Slide 7 - Quiz

Een hondenfokker wil graag langharige pups (dominante eigenschap).
Om te gaan fokken wil hij weten of de langharige reu (mannetjes hond) waarmee hij wilt gaan dekken heterozygoot of homozygoot is voor deze eigenschap.
Met wat voor teefje moet hij de reu nu gaan kruisen om hier achter te komen?
A
Heterozygoot
B
Homozygoot dominant
C
Homozygoot recessief
D
Hier kan hij niet achterkomen

Slide 8 - Quiz

Uitleg
Een hondenfokker wil graag langharige pups (dominante eigenschap B).
Om te gaan fokken wil hij weten of de langharige reu (mannetjes hond) waarmee hij wilt gaan dekken heterozygoot (Bb) of homozygoot (BB) is voor deze eigenschap.
Met wat voor teefje moet hij de reu nu gaan kruisen om hier achter te komen?

Reu: Bb of BB

Gewenste pups: BB


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Een parkiet blauwe mannetjes parkiet (recessieve kleur) wordt gekruist met een gele vrouwtjes parkiet (dominante kleur).
Zij krijgen samen 7 gele jongen.

Wat kun je met zekerheid zeggen over het genotype van de ouders?
En wat over het genotype van de jongen?
A
Het vrouwtje is heterozygoot en de jongen homozygoot
B
Het mannetje is heterozygoot en de jongen ook
C
Allen zijn homozygoot
D
Het vrouwtje is homozygoot de jongen zijn heterozygoot

Slide 11 - Quiz