Kruisingsschema's

Aan het eind van de les:
  • Weet je wat dominant, recessief, heterozygoot en homozygoot betekent
  •  Kun je een kruisingsschema opstellen en de kans op een bepaald fenotype berekenen 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aan het eind van de les:
  • Weet je wat dominant, recessief, heterozygoot en homozygoot betekent
  •  Kun je een kruisingsschema opstellen en de kans op een bepaald fenotype berekenen 

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
Opdrachten nakijken
Uitleg dominante en recessieve allelen
Opdracht: eigen genotype bepalen
Uitleg kruisingsschema
Huiswerk maken

Slide 2 - Slide

Opdrachten nakijken:
Wat? Opdrachten 11.2 nakijken
Hoe? Alleen
Hulp? Vragen
Tijd? 10 min
Uitkomst? Je weet wat je al goed kan en waar je op moet oefenen.
Klaar? Lees tekstboek 11 t/m 14 

Slide 3 - Slide

Mitose
46
46
Meiose
23

Slide 4 - Drag question

Chromosomen paar
Chromosoom
Geslachtschromosomen

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welk fenotype heeft de persoon met dit genotype?
A
Blauwe ogen
B
Groene ogen
C
Bruine ogen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Als je twee allelen voor een blauwe oogkleur hebt, ben je _____ voor deze deze eigenschap:
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 13 - Quiz

Als je een allel voor blond haar en een voor bruin haar hebt ben je ______ voor deze eigenschap
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 14 - Quiz

Als je een allel voor bruin haar en een voor blond haar hebt, en je haarkleur is bruin, welk allel is dominant?
A
Allel voor blond haar
B
Allel voor bruin haar

Slide 15 - Quiz

Als je een allel voor bruin haar en een voor blond haar hebt, en je haarkleur is bruin, welk allel is recessief?
A
Allel voor blond haar
B
Allel voor bruin haar

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Heterozygoot
A
AA
B
aa
C
Aa

Slide 18 - Quiz

AA
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot dominant
C
Heterozygoot

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Langharige cavia
Kortharige cavia

Slide 29 - Slide

Allel voor kort haar dominant
Allel voor lang haar recessief
Mannetjes cavia is kortharig en homozygoot
Wat is zijn genotype?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 30 - Quiz

Allel voor kort haar dominant
Allel voor lang haar recessief
Vrouwtjes cavia is langharig
Wat is haar genotype?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 31 - Quiz

Mannetjes cavia: AA
Welk(e) allel(en) kan hij doorgeven?
A
Alleen A
B
Alleen a
C
A of a
D
Geen

Slide 32 - Quiz

Vrouwtjes cavia: aa
Welk(e) allel(en) kan zij doorgeven?
A
Alleen A
B
Alleen a
C
A of a
D
Geen

Slide 33 - Quiz

Mannetjes cavia: kan alleen A doorgeven
Vrouwtjes cavia: kan alleen a doorgeven
Welk kruisingsschema is correct?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

Wat was de kans op de verschillende genotypen?
A
AA: 50% aa: 50%
B
AA: 100%
C
Aa: 100%
D
AA: 25% Aa 50% aa: 25%

Slide 35 - Quiz

Kans op genotype: Aa 100%
A: kortharig a: langharig
Wat is de kans op nakomelingen met kort of lang haar?
A
100% langharig
B
100% kortharig
C
50% langharig 50% kortharig
D
75% kortharig 25% langharig

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Opdrachten maken:
Wat? Opdrachten 11.3 1 t/m 3.1 (NIET 3.2 en 4)
Hoe? Alleen
Hulp? Boek of vragen
Tijd? Tot het einde van de les
Uitkomst? Minder huiswerk
Klaar? Nakijken

Slide 38 - Slide