voorbereiding toets thema 1

• Nederlands
• ISK

voorbereiding toets thema 1

kies: er is / er zijn
--- --- een plek voor de dieren.

1. er is
2. er zijn

Ik woon hier pas. ------- veel nieuwe huizen hier.

1. er is
2. er zijn

Het eten is lekker. ---- ----- ook soep.

1. er is
2. er zijn

De schoenen van Jan zijn

1. groot
2. grote

Het is een ------kast

1. houte
2. houten
3. hout

Het meisje is-----.

1. mooi
2. mooie
3. mooien

Vind jij de docent----?

1. oud
2. oude
3. ouden

zinnen van vergelijking
Mijn auto is -------- dan jouw auto.

1. mooi
2. mooie
3. mooier

Gebruik een vergelijking en het woordje dan

mijn zoon / jouw zoon

Gebruik een vergelijking en het woordje dan
de auto - de fiets

Maak de zinnen af:
Ik wil naar de film, maar................

ik ga niet naar buiten, want........

Mijn fiets is kapot, dus..............

welke zin klopt?

1. Ik verkoop de stoel.
2. Ik verkop de stoel.
3. Ik verkopen de stoel.
4. Ik de stoel verkoop.

Welke zin klopt?

1. Ik bied 36 euro.
2. Ik biedt 36 euro.
3. Ik bieden 36 euro.

Welke zin klopt?

1. Het bed is van houte.
2. Het bed is van houten

welke zin klopt?

1. Ik wil mijn spullen verkoop.
2. Ik wil verkoop mijn spullen.
3. Ik wil mijn spullen verkopen.
4. Ik wil verkopen mijn spullen.

Ik koop schoenen en----------