Als/dan

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

ALS OF DAN?

Als

Heb je te maken met gelijkheid, dan krijg je als.

Donna is even oud als Amber.

Zij hebben dezelfde hobby als hun ouders.

Het gaat precies hetzelfde als vorig jaar.

Dan

Is er sprake van ongelijkheid, dan krijg je dan. 

Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.

Ik ben groter dan mijn broer.

Maar hij weet meer dan ik.

Uitzondering

Bij zinnen waarin het woord 'zo' staat, 
Bij zinnen waarin het woord 'even' staat,

gebruik je als.

Hij is een keer zo groot als zijn zusje.

Hij heeft evenveel betaald voor zijn laptop als zijn zusje.

De jongen is sneller ... zijn vriend.

1. als
2. dan

De leerling leert net zo hard voor de toets ... zijn klasgenoten.

1. als
2. dan

De bomen in het bos zijn even groot ... in mijn tuin.

1. als
2. dan

De docent heeft bijna vakantie, net zo ... de leerlingen.

1. als
2. dan

Mijn tas is zwaarder ... die van jou.

1. als
2. dan

Vanaf volgende week begint Max om dezelfde tijd met zijn training....

1. als ik
2. als mij
3. dan ik
4. dan mij

Ik heb in de zomervakantie meer geld gespaard....

1. als hem
2. als hij
3. dan hem
4. dan hij

Hebben zij evenveel uren vrijwilligerswerk gedaan.....?

1. als ons
2. als wij
3. dan ons
4. dan wij

Die schoonheidsspecialiste heeft het veel drukker....

1. als haar
2. als zij
3. dan haar
4. dan zij

Hij heeft de helft minder betaald....

1. als ik
2. dan ik
3. als mij
4. dan mij

Waarschijnlijk hebben zij meer geoefend...

1. als ik
2. als mij
3. dan ik
4. dan mij

Er is niemand zo mooi...

1. als haar
2. als zij
3. dan haar
4. dan zij

Want de kans is groot dat ze het net zo moeilijk vinden...

1. dan ik
2. dan mij
3. als ik
4. als mij

Zou je je niet willen bemoeien....mijn gesprek?

1. in
2. met
3. van

...de laatste lesweek, stap ik meteen in het vliegtuig.......Bali

1. Naar - na
2. Na - na
3. Naar - naar
4. Na - naar

Omdat we moeten bezuinigen, zullen we afzien ......de aanschaf van de nieuwe keuken

1. tot
2. van
3. voor

Ik ben erg geïnteresseerd.....auto's en andere motorvoertuigen

1. in
2. van
3. voor

Als je het onderstaande nummer belt, mag je vragen......meneer Versteeg.

1. na
2. naar

Toen we scrabble speelden, had Nour drie keer zoveel punten....

1. dan ik
2. dan mij
3. als ik
4. als mij

Die fotograaf gebruikt een modernere camera......gebruikte.

1. als haar
2. als zij
3. dan haar
4. dan zij

Hebben die studenten meer spullen opgehaald voor de rommelmarkt...

1. als ons
2. als wij
3. dan ons
4. dan wij

Ik verbruik ongeveer evenveel belminuten....

1. als hem
2. als hij
3. dan hem
4. dan hij

Onze nieuwe auto heeft niet zoveel technische snufjes.....die van jullie.

1. als
2. dan

....aanleiding van uw klacht, zou ik graag telefonisch contact met u opnemen.

1. Na
2. Naar

....je in de lessen goed hebt opgelet,...moet het lukken vrijdag met de toets.

1. Dan-als
2. Na-naar
3. Na-naar
4. Als - dan