Historische vaardigheden

Historisch Redeneren

Hoe pas je historische vaardigheden toe op de onderwerpen die we hebben geleerd?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Historisch Redeneren

Hoe pas je historische vaardigheden toe op de onderwerpen die we hebben geleerd?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Historische vaardigheden
- oorzaken en gevolgen
- verandering en continuïteit
- bruikbaarheid van bronnen
- betrouwbaarheid van bronnen
- representativiteit van bronnen
- standplaatsgebondenheid
-  onderbouwen van je mening
- inleving
- chronologie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Continuïteit en verandering

  • Sommige dingen veranderen terwijl andere blijven bestaan (er is dus altijd verandering en continuïteit).
  • Een bestaande werkelijkheid is een mengsel van zaken die al (heel lang) bestaan en zaken die nog maar kort geleden zijn veranderd.
  • Dat laatste geldt dus ook voor het heden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

  • Sommige dingen veranderen, terwijl andere blijven bestaan    (er is dus altijd verandering en continuïteit).
  • Een bestaande werkelijkheid is een mengsel van zaken die al (heel lang) bestaan en zaken die nog maar kort geleden zijn veranderd.
  • Dat laatste geldt dus ook voor het heden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Continuïteit en verandering
Was er in de vroegmoderne tijd ten opzichte van de middeleeuwen meer sprake van continuïteit of verandering?

Slide 8 - Slide

Veel veranderingen maar wat was de continuïteit?
Het geloof bleef belangrijk.





  • Het leven na de dood is belangrijk. (Memento Mori)

  • God staat centraal

  • Kunstenaar blijft anoniem





  • Genieten van het leven op aarde is belangrijk (Carpe Diem)

  • De mens staat centraal

  • Kunstenaar signeert zijn werk
Verschil in mentaliteit / ideeën van mensen
Middeleeuwen
Renaissance

Slide 9 - Slide

90% van de mensen leven als boeren op het platteland en komen bijna niet in aanraking met deze nieuwe ideeën.

Paus Innocentius III:
Over de ellende van de menselijke conditie
“Een vogel is geboren om te vliegen, een man is geboren om te zwoegen. Al zijn dagen zijn vol van geploeter en ontbering, en ’s nachts heeft zijn geest geen rust. En hoeveel angst hebben mensen! Zij lijden door allerlei zorgen, onrust, vrees en krimpen ineen door angsten en verschrikkingen en gaan gebukt door verdriet. Rijk of arm, meester of slaaf, getrouwd of alleenstaand, de goeden en de slechten – iedereen lijdt door de wereldlijke kwellingen. De mens streeft met name naar drie zaken: rijkdom, genot en eer. Rijkdom leidt tot verdorvenheid, genot tot schaamte en eer tot overdreven trotsheid.”

Past de bovenstaande tekst bij de Middeleeuwen of bij de Renaissance? Onderbouw je antwoord met een verwijzing naar de bron.

Slide 10 - Slide

Paus Innocentius III was paus van 8 januari 1198 tot zijn overlijden op 16 juli 1216. Innocentius wordt vrij algemeen gezien als een van de machtigste en invloedrijkste pausen in de geschiedenis van het pausdom.

Past de tekst bij de middeleeuwen of bij de renaissance? Onderbouw je antwoord met een verwijzing naar de bron.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Bruikbaarheid bronnen
Bruikbare bronnen zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet.  

Stap 1: Kijk naar de vraagstelling of het onderzoeksdoel.
Stap 2: Beoordeel de betrouwbaarheid 
Stap 3: Beoordeel de representativiteit van de bron.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Betrouwbaarheid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een bron betrouwbaar?

  • wanneer is de bron gemaakt? hoe minder tijd tussen de gebeurtenis en het maken van de bron, hoe betrouwbaarder
  • hoe is de maker aan zijn informatie gekomen? hoe minder tussenschakels, hoe betrouwbaarder
  • welke bedoeling heeft de maker van de bron? hoe minder persoonlijk en partijdig, hoe betrouwbaarder

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Standplaatsgebondenheid 
  • In welke plaats/land/gebied is de bron gemaakt?
  • Wat is de achtergrond van de maker?  (politiek idee, geloof, arm of rijk, leeftijd, beroep)
  • Een bron is altijd tijd- en plaatsgebonden
  • Dit onderdeel gebruik je bij het vaststellen van de betrouwbaarheid van de bron

Slide 15 - Slide

GEBONDENHEID:
Iets wat niet anders gezien kan worden omdat men zich onmogelijk naar een andere positie kan verplaatsen.
SLEUTELVRAAG BIJ TIJDGEBONDENHEID
Was het naar de maatstaven van een tijd (en plaats) toelaatbaar?

VOORBEELDEN
het verbranden van ‘ketters’ op de brandstapel, het toepassen van martelingen bij ondervragingen, het niet toekennen van volledige burgerrechten aan vrouwen.
Dit zijn allemaal zaken die ooit als ‘normaal’ zijn beschouwd, maar waarin in de loop der tijd verandering is opgetreden.

Representativiteit
Is de bron representatief?

  • Geldend voor meerdere gevallen.
  • Zijn er meer van dergelijke bronnen?
  • Op grond van één situatie kan je niet besluiten dat iets ‘altijd zo was’. Het kan om een uitzondering gaan.

Slide 16 - Slide

Klopt het met het algemene beeld of is het een uitzondering?
Middeleeuwse stadsrechten
Kun je aan de hand van deze bron de volgende stelling over landsheer Floris V bewijzen?

Het beleid van Floris V was gericht op bevordering van de handel door het geven van stadsrechten en privileges.’ 

Tolprivilege van Floris V voor Amsterdam, 
verleend in 1275

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

  • Nee, één bron is nooit voldoende.

  • Je kunt de stelling wel bewijzen met de informatie hiernaast
Tolvrijheden die werden afgegeven onder het bestuur van Floris V:

1267      Delft
1272      Gouda
1273      Schiedam
1273       Vlaardingen
1275       Amsterdam
1280      Den Briel
1282       Gorinchem
1290      Haarlem
1290      Heusden
1290      Leiden
1290      Zierikzee

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Feiten en meningen 
Welk van de onderstaande zinnen over de kruistochten zijn feiten?
1) Kruisvaarders die tijdens de Heilige Oorlog sneuvelden, ging het paradijs binnen.
2) De Turkmenen waren goede vechters, maar slechte bestuurders.
3) Paus Urbanus vertelde de ridders dat de christelijke pelgrims in Jeruzalem werden lastiggevallen.
4) De kruistochten waren een uitlaatklep voor de gefrustreerde en agressieve lagere adel in Europa.
5) In 1291 viel Akko, de laatste christelijke stad in Palestina.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions