9-09-2024

Bonjour classe H2C
Le 9 septembre 2024
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour classe H2C
Le 9 septembre 2024

Slide 1 - Slide

Tu as passé un bon week-end?

Slide 2 - Slide

4-09-2024
Aujourd'hui
  • L'objectifs
  • Corriger (nakijken)
  • jeu: être et avoir
  • Het werkwoord op -er
  • Even oefenen!
  • La fin!

Slide 3 - Slide

L'objectifs
Aan het einde van deze les heb ik:
-Frans gesproken
-geoefend met de werkwoorden être en avoir
-het franse bvnw herhaald
-de werkwoorden op -er herhaald


Slide 4 - Slide

Corriger!
Exercices 6.b et 9

Slide 5 - Slide

Jeu: être et avoir
  1. Ik
  2. jij
  3. hij/zij/men
  4.  wij
  5. jullie/u
  6. zij (mv)
  1. être
  2. avoir
  3. être
  4. avoir
  5. être
  6. avoir 

Slide 6 - Slide

Vul de juiste vorm van het bvnw in : J'ai une vache ........ (noir)

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm van het bvnw in :
Mon frère et ma soeur sont ........ (petit)

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van het bvnw in :
Mon oncle a une voiture ........ (rouge)

Slide 9 - Open question

Vul de juiste vorm van het bvnw in : Mes parents ont une fille........ (méchant)

Slide 10 - Open question

de ww op -er 


 
Wie heeft onthouden hoe dat moet?

Slide 11 - Slide

Stap 1: Neem de stam (hele werkwoord -er)
Stap 2: Zet je juiste uitgang achter de stam
je  stam +e                                
tu stam +es
il / elle / on stam +e
nous stam +ons
vous stam +ez
ils / elles  stam+ent

Slide 12 - Slide

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 13 - Drag question

zingen = chanter
jij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 14 - Quiz

zingen = chanter
zij zingt = ...
A
je chante
B
tu chantes
C
il chante
D
elle chante

Slide 15 - Quiz

danse
regardes
parlez
mangent
je
tu
vous
mes parents

Slide 16 - Drag question

aimez
écoute
détestes
adorons
vous
Ma soeur
on
tu
Estelle et moi

Slide 17 - Drag question

Opdracht- zet in de goede vorm:
1. Je .................................... (parler) français.

Slide 18 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
2. Nous (aimer) ....................... le Français.

Slide 19 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
3. Tu (détèster) ................. les maths?

Slide 20 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
4. Vous (travailler) ................ au marché?

Slide 21 - Open question

Opdracht- zet in de goede vorm:
5. Marc et Eline ...........(adorer) le collège.

Slide 22 - Open question

La fin!
Les devoirs
Apprends: être, avoir, bvnw et ww op -er.
Aan het einde van deze les heb ik:
-Frans gesproken
-geoefend met de werkwoorden être en avoir
-het franse bvnw herhaald
-de werkwoorden op -er herhaald 

Slide 23 - Slide