Terugblik/vooruitkijken

Terugblik en vooruitkijken
SLB
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SLBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Terugblik en vooruitkijken
SLB

Slide 1 - Slide

Programma
  • Feedback eerste weken: wat ging er goed; wat ging er minder goed
  • SMART-leerdoelen 
  • Zelf leerdoelen formuleren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je reflecteert op de eerste weken van de opleiding en geeft feedback.
  • Je weet wat een leerdoel is.
  • Je weet wat SMART is.
  • Je ontdekt aan welke twee SMART-leerdoelen je deze periode wilt werken.
  • Je kan zelf leerdoelen ontwikkelen.
  • Je kan je leerdoelen SMART formuleren



Slide 3 - Slide

Feedback geven
Bespreek in een groepje van 3 of 4 wat er de eerste weken goed ging. 
  • Je kan het vanuit jezelf beredeneren of vanuit de opleiding: 
  • "Ik heb snel leuke mensen leren kennen", "de opleiding heeft alles duidelijk gecommuniceerd"

Bespreek vervolgens in je groepje wat er binnen de opleiding beter kan.
  •  "Er zijn veel tussenuren", "de overgang tussen vmbo en mbo is te groot"
Bedenk ook hoe de opleiding dit zou kunnen verbeteren.
  • "Meer kennismakingsactiviteiten in de eerste weken"
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Wat ging er de eerste weken goed?

Slide 5 - Open question

Wat kan er beter binnen de opleiding?

Slide 6 - Open question

Hoe zou de opleiding dit kunnen verbeteren?

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
Een doel dat je jezelf stelt en dat geformuleerd is in termen van aan te leren kennis en vaardigheden.
Leerdoelen zijn vaak te vaag en vrijblijvend, daarom moet je het concreet maken. Je wilt het kunnen meten.

Om het maximale uit opgestelde leerdoelen te halen, is het belangrijk dat leerdoelen meetbaar worden gemaakt. 


Slide 8 - Slide

SMART
S - Specifiek
M - Meetbaar
A - Acceptabel
R - Realistisch
T - Tijdgebonden

Slide 9 - Slide

Specifiek
Benoem details en maak duidelijk wat je voor ogen hebt. Maak je doel specifiek door te omschrijven wat je concreet wilt bereiken. Gebruik geen woorden die je op verschillende manieren kunt opvatten. Zo is bijvoorbeeld het woord ‘snelle’ in onderstaand doel niet concreet.


  • Niet specifiek: Ik wil dit jaar een snelle Mercedes kopen
  • Wel specifiek: Ik wil dit jaar een Mercedes G-klasse kopen die op z'n minst een vermogen van 550 PK heeft

Slide 10 - Slide

Meetbaar
Koppel cijfers aan je doelen. Druk deze cijfers uit in een percentage of in vaste cijfers. Zorg ook dat je deze cijfers kunt meten.


  • Niet meetbaar: Ik wil al mijn opdrachten halen.
  • Wel meetbaar: Ik wil voor  minimaal 5 vakken  een 7 of hoger halen.

Slide 11 - Slide

Acceptabel
Iedereen die bij de doelen betrokken is, moet ermee akkoord gaan. Zonder draagvlak komt er weinig van je doelen terecht. 



  • Niet acceptabel: Ik wil binnen een jaar de gehele studie van 4 jaar afronden
  • Wel acceptabel: Ik wil dit jaar een positief BSA krijgen zodat ik volgend schooljaar kan beginnen aan jaar 2.

Slide 12 - Slide

Tijdgebonden
Zet op papier wanneer de activiteiten beginnen en eindigen. Een deadline maakt plannen eenvoudiger. 

  • Niet tijdgebonden: Ik wil mijn aanbod uitbreiden met vijf nieuwe producten.
  • Wel tijdgebonden: Ik wil mijn aanbod in 2023 voor het einde van het jaar uitbreiden met vijf nieuwe producten.

Slide 13 - Slide

Realistisch
Maak je doelen haalbaar. De kunst is om ze niet te makkelijk, maar ook niet onbereikbaar te maken. 



  • Niet realistisch: Ik wil voor alle opdrachten dit schooljaar een 10 halen.
  • Wel realistisch: Ik wil voor alle opdrachten dit schooljaar hoger dan een 6 halen.

Slide 14 - Slide

Voorbeeld
Niet SMART: 
Ik ga mijn best doen op school

Wel SMART: 
Op 20 november 2023 heb ik alle opdrachten met een 6 of hoger afgerond in overeenstemming met de criteria in de studierichtlijnen.

Slide 15 - Slide

Waarvoor staat de letter S van 'SMART'?
A
Speciaal
B
Situatie
C
Specifiek
D
Spanning

Slide 16 - Quiz

Waarvoor staat de letter A van 'SMART'?
A
Afronden
B
Acceptabel
C
Acceptatie
D
Actie

Slide 17 - Quiz

Waarvoor staat de letter R van 'SMART'?
A
Realistisch
B
Realiteit
C
Regeling
D
Reflectie

Slide 18 - Quiz

Waarvoor staat de letter M van 'SMART'?
A
Maatwerk
B
Moment opname
C
Meting
D
Meetbaar

Slide 19 - Quiz

Waarvoor staat de letter T van 'SMART'?
A
Taak
B
Toepassing
C
Toepassen
D
Tijdgebonden

Slide 20 - Quiz

Wat is het belangrijkst bij een persoonlijke leerdoel?
A
Een zo hoog mogelijk resultaat behalen
B
Dat je iets leert
C
Dat je heel snel iets leert
D
Dat je alles onthoudt

Slide 21 - Quiz

En nu?
Niet SMART: 
Ik verwacht van de studenten dat ze 7 leerdoelen formuleren

Wel SMART: 
In de les van volgende week heeft iedere student twee leerdoelen opgesteld die SMART geformuleerd zijn en die betrekking hebben op de eerste periode. 

Dit is de individuele opdracht! 
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Afsluiting
Huiswerk volgende week (noteer in je agenda): 
Iedere student heeft twee leerdoelen opgesteld die SMART geformuleerd zijn en die betrekking hebben op de eerste periode. 


Terugblik op de les:
Je hebt gereflecteerd op de eerste weken van de opleiding en feedback gegeven.
Je weet wat een SMART-leerdoel is.
Je hebt ontdekt aan welke twee SMART-leerdoel je deze periode wilt werken.
Je kunt zelf leerdoelen ontwikkelen en je kunt deze SMART formuleren.

Slide 23 - Slide