Herhaling H7 en H8

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling H7 en H8

oefenproefwerk

Instructie

Je krijgt dadelijk over verschillende onderwerpen uit hoofstuk 7 en 8 vragen. Na elke vraag komt er een dia met het onderwerp waarbij de vraag hoort. Zo weet je na het oefenproefwerk welke onderwerpen je lastig vind en je dus extra mee moet oefenen. Als je de toets af hebt ga je je zelfstandig voorbereiden op het proefwerk

Reken de macht uit en sleep het juist antwoord er naar toe.

3​5​​

7​2​​

(−4)​3​​

−5​2​​

49

-25

243

-64

25

64

Vond je de vraag lastig? 

kijk dan nog een naar 7.2 en 8.5.

Bereken. Geef alleen het antwoord.
4 x 12,3 =
(2,8+0,7) x 100 - 8,2=

Vond je de vraag lastig? 

kijk dan nog een naar 7.3

Wanneer mag je breuken bij elkaar optellen of van elkaar afhalen?

Breuken optellen

1. 4/10
2. 4/8
3. 5/8
4. 7/8

Je kunt ongelijknamige breuken aftrekken

5/7 - 1/4

1. 13/28
2. 1/2
3. 4/3
4. 11/26

Breuken vermenigvuldigen

1. 3/8
2. 2/15
3. 1/15
4. 5/6

Bereken en vereenvoudig: 4/9 x 7/12

1. 28/108
2. 2/3
3. 7/27
4. 5/6

Vond je de afgelopen vragen lastig? 

kijk dan nog een naar 7.4 en 7.5

Sleep de breuk en percentage naar elkaar toe die gelijk aan elkaar zijn.

​20​​11​​

​8​​3​​

26%

66  2/3 %

13/50

37,5%

2/3

55%

11%

36%

Hoe kun je een percentage omschrijven in een decimaal getal?

15%
maak van het percentage een decimaal getal

1. 15
2. 0,15
3. 1,5
4. 150

Schrijf het decimale getal als percentage
0,1234

1. 1,234%
2. 123,4%
3. 12,34%
4. 1234%

Vond je de vraag lastig? 

kijk dan nog een naar 7.6

Negatieve getallen optellen

- 4 - -5=

1. -9
2. 9
3. -1
4. 1

Negatieve getallen optellen
-7+3=

1. -10
2. 10
3. -4
4. 4

Bereken wat er op de puntjes hoort te staan.
-8 - .... = 4

1. 4
2. -12
3. 6
4. -4

Bereken wat er op de puntjes hoort te staan.
.... - 1,5 = - 6

1. -4
2. -8
3. -7,5
4. -4.5

Vond je de vragen lastig? 

kijk dan nog een naar 8.2 en 8.3

Bereken de getallen en vul in < of >.
4 x -4 .... -36 : 2
18 -- 35 .... -100 : -2

Negatieve getallen vermenigvuldigen

−3⋅−4⋅−2

1. -24
2. 9
3. -9
4. 24

Negatieve getallen delen
-20 : 4 =

1. 5
2. -5
3. -80
4. 24

Vond je de vragen lastig? 

kijk dan nog een naar 8.4

Hoe vond je het oefenproefwerk gaan?
En aan welke onderwerpen moet je nog extra aandacht besteden?