Les 1 - Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom

Planning

- 10 minuten lezen

- Herhaling werkwoordspelling

- Werkvorm

- Aan de slag

Leerdoelen

- Je weet welke vier werkwoordsvormen er zijn en hoe je deze werkwoordsvormen kunt herkennen.

- Je weet wat het begrip 'persoonsvorm' betekent en weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden.

- Je weet hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd moet spellen.

- Je weet hoe je een persoonsvorm in de verleden tijd moet spellen.

Werkwoordsvormen

- Persoonsvorm (getal- of tijdproef)

- Voltooid deelwoord (het is al GEbeurd)

- Onvoltooid deelwoord (het is nog bezig, terwijl er ook een ander werkwoord wordt uitgevoerd).

Infinitief (ook wel het hele werkwoord)

Persoonsvorm tt vervoegen

Vind je het lastig om het schema van de vorige slide te leren?

Je kunt ook altijd een werkwoord gebruiken waar je wel goed hoort of de ik-vorm moet worden geschreven óf de ik-vorm + t.

Voorbeelden:

Ik kook DUS Ik word

Jij kookt DUS Jij wordt

Kook jij? DUS Word jij?

Hij kookt DUS Hij wordt

Je zusje kookt DUS Je zusje wordt

Werkvorm

www.joinmyquiz.com

Aan de slag

Maken van Learnbeat 2.1:

- Inleiding

- Deel 1

- Deel 2