What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Lijdend voorwerp HV3
1HV1 Première leçon
Les objectifs :
Ik kan een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door le, la, l' of les.
Bron H lijdend voorwerp
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1HV1 Première leçon
Les objectifs :
Ik kan een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door le, la, l' of les.
Bron H lijdend voorwerp
Slide 1 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Je vais donner des fleurs à ma mère.
A
je
B
vais donner
C
des fleurs
D
à ma mère
Slide 2 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Il va prendre une photo?
A
il va
B
prendre
C
une photo
Slide 3 - Quiz
In welke zin staat een lijdend voorwerp? (2 antw goed)
A
Elle a chanté avec elle à l'ecole.
B
Leo prend toujours un cappuccino.
C
Nous avons fait les devoirs de français.
D
Les deux filles sont grandes.
Slide 4 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Vous téléchargez le film.
A
Vous le téléchargez.
B
Vous la téléchargez.
C
Vous téléchargez le.
D
Vous téléchargez la.
Slide 5 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Mila connait la youtubeuse.
A
Mila le connait.
B
Mila la connait.
C
Mila les connait.
D
Mila l' connait.
Slide 6 - Quiz
Kies het lijdend voorwerp in de zin:
Je cherche mon stylo.
A
je
B
cherche
C
mon
D
mon stylo
Slide 7 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Je veux manger la pizza.
A
Je veux le manger
B
Je veux la manger
C
Je l' mange
D
Je la veux manger
Slide 8 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
J'écris
une lettre
A
Je lui écris
B
Je l'écris
C
J'écris le
D
Je le écrire
Slide 9 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin?
Nous voulons voir Jean.
A
nous
B
voulons
C
voir
D
Jean
Slide 10 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Je mets les vêtements.
A
Je le mets
B
Je la mets
C
Je l' mets
D
Je les mets
Slide 11 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Elle met le pantalon.
A
Elle le met
B
Elle la met
C
Elle l' met
D
Elle les met
Slide 12 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Je connais
le garçon
.
A
je le connais
B
je la connais
C
je l'connais
D
je les connais
Slide 13 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Tu aimes le jus d'orange.
A
Tu le aimes
B
Tu la aimes
C
Tu l'aimes
D
Tu les aimes
Slide 14 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp.
On vend cette maison. (f)
A
On la vend.
B
On le vend.
C
On les vend.
D
On vend la.
Slide 15 - Quiz
More lessons like this
Les 17 (11/03) wk 11 - OEFENLES PROEFWERK
27 days ago
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H - appr. 6 et 8
March 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3H 25/01/23
January 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp/Le pronom personnel comme objet direct.
February 2023
- Lesson with
13 slides
Persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp - 3 havo/vwo
February 2025
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
les 64 - 13/06/2022 Lijdend en meewerkend voorwerp
January 2024
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Lijdend voorwerp
February 2025
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Lijdend voorwerp
February 2025
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3