1- Aan het eind van de les kan ik het lijdend voorwerp
vervangen in een zin door
le,
la,
l´ of
les.
2- Aan het eind van de les weet ik de plaats van het lijdend in de zin.
3- Aan het eind van de les, kan ik een zin eenvoudiger maken door het lijdend voorwerp te vervangen door le, la, l´ of les.